Christenen in India steeds verder onder druk
UTRECHT - De deur voor de verkondiging van het Evangelie staat in India wijd open - maar de oppositie tegen het christendom is nu vooral verborgen in plaats van openlijk, zoals vroeger, aldus Zephaniah Peter van de Bible League in India. Europarlementariër drs. B. Belder luidde donderdag tijdens een symposium in Utrecht de noodklok over de toenemende schending van de rechten van Indiase christenen.
Op de Wegwijsbeurs belegde de organisatie Bible League Nederland donderdag een symposium rond Bijbelverspreiding en toerusting van de kerk in India. Het motto luidde: ”strijd in de Hindi-belt”. Bible League houdt zich wereldwijd bezig met Bijbelverspreiding en het opleiden van evangelisten tot gemeentestichters (onder meer door middel van het Project Philip). Hierbij wordt Bijbelverspreiding altijd gecombineerd met evangelisatie, Bijbelstudie en discipelschapstraining.Drs. Belder, Europarlementariër voor ChristenUnie/SGP, stelde op grond van enkele recente mensenrechtenrapporten dat er in sommige plaatsen in India ronduit sprake is van vervolging. Dat is vooral het gevolg van de ”anti-bekeringswetten”, die ironisch genoeg ”wetten voor de bescherming van de vrijheid van godsdienst” heten. In zeven Indiase deelstaten zijn deze al ingevoerd, in een achtste is zo’n wet op komst. Deze wetten zijn vooral het werk van hindoefundamentalisten tegen de christelijke minderheid, die slechts 2,3 procent uitmaakt van de totale bevolking.
De criteria voor het verbieden van zogenaamde ”oneigenlijke bekeringen” zijn het gebruik van dwang, verleiding en valse voorwendselen. Belder: „Nu blijkt in de praktijk dat activiteiten als prediking, evangelisatie of maatschappelijke hulp gemakkelijk op grond van deze criteria veroordeeld kunnen worden.”
De Europarlementariër liet aan de hand van een recent rapport zien dat er al 128 gevallen van geweld tegen Indiase christenen zijn gemeld, „maar in werkelijkheid zijn het er veel meer.” Hij wil de positie van christenen in India de komende tijd blijven aankaarten, onder anderen bij mevrouw Ferrero-Waldner, Eurocommissaris voor externe (buitenlandse) betrekkingen. „De Europese Unie heeft de jaarlijkse ontwikkelingshulp voor India van 45 naar 67 miljoen verhoogd. Het kan niet zo zijn dat het zoeken naar goede economische betrekkingen ten koste gaat van de positie van grondrechten. Ten aanzien van de christenen in India is er sprake van een acute, urgente situatie.”
Zephaniah Peter, directeur van de Bible League in Midden-India, vertelde dat India officieel vrijheid van godsdienst kent. Evenwel is de positie van de dalits, de ’ongenaakbare’ kastelozen -goed voor een kwart van de ruim 1 miljard Indiërs-, deplorabel. Tachtig procent van de Indiërs hangt het hindoeïsme aan, met zijn 330 miljoen goden. Christenen vormen een groep die relatief ontwikkeld is. Hun scholen zijn ook bij niet-christenen gewild vanwege de kwaliteit van het onderwijs.
Zephaniah Peter hield de aanwezigen de talrijke behoeften voor (met het onvermijdelijke ’prijskaartje’). „Er is in India een grote vraag naar Bijbels en naar structureel onderwijs van de gemeentestichters.” Er zijn 500 gemeentestichters in opleiding en de stichting wil er graag 350 aan toevoegen. Dagelijks worden er 500 Bijbels uitgedeeld.
De Indiase directeur presenteerde enkele nieuwe projecten, waaronder het werk onder tempelprostituees. In een dorpje bij Hyderabad bedrijven meisjes en jonge vrouwen in dienst van de hindoetempel prostitutie. De meerderheid van de vrouwen lijdt aan aids. Bible League wil behulpzaam zijn bij het verstrekken van aidstesten (voor patiënten onbetaalbaar) of vangt kinderen van tempelprostituees op. Verder helpt de organisatie met het opzetten van economische projecten, „omdat de regering graag wil zien dat Bible League niet alleen religieus werk doet, maar ook economisch een steentje bijdraagt.”
Zephaniah Peter wees de aanwezigen vooral op de geestelijke nood in India: „Er sterven dagelijks 240.000 Indiërs, dat wil zeggen 1000 per minuut. Ze hebben het recht om het Woord van God te ontvangen. De deuren staan nu wijd open, misschien wijder dan ooit. Laten we de mogelijkheden die er nu zijn in toenemende mate benutten.”
Zijn collega K. Francis, directeur van de Bible League in Noord-India en woonachtig in New Delhi, wees op de behoefte aan evangelisatie en gemeentestichting in de dorpen van India. „Ruim 65 procent woont op het platteland. Evenwel zijn er nagenoeg geen wegen noch scholen. De regering houdt de bevolking bewust analfabeet.”
Op plaatselijk vlak is er vervolging, meestal in de vorm van valse beschuldigingen door dorpelingen. „En als christenen zich bezighouden met maatschappelijk werk of het stichten van scholen, wordt hun verweten dat ze de mensen hiermee christen willen maken. De gezondheidszorg wordt belemmerd doordat plaatselijke priesters ziekte als demonie zien, waaraan zij geld kunnen verdienen door demonen uit te drijven.”