Klacht bij CGB over pc-school Barneveld
UTRECHT - Een moslima heeft aan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) laten weten dat het protestants-christelijke Groen van Prinsterercollege uit Barneveld zich mogelijk schuldig maakt aan verboden onderscheid op grond van godsdienst.
De vrouw gaf woensdagmorgen tijdens een zitting aan het bijzonder pijnlijk te vinden dat zij wel als schoonmaakster op de vmbo-school actief kan zijn, maar niet in aanmerking komt voor een functie in de kantine. „Het is wel een christelijke school, maar er zitten ook islamitische kinderen op. Ik ben bereid om mijn hoofddoek af te doen, maar de school zegt dat het daar niet om gaat. Ik heb me al die jaren nooit een buitenstaander gevoeld, maar ik heb nu een ander beeld gekregen. Dat heeft me beschadigd.”Het Groen van Prinsterercollege heeft een protestants-christelijke identiteit. De school aanvaardt volgens de directieleden C. W. Heek en J. Marskamp als richtsnoer voor zijn handelen de Bijbel als Gods Woord, waaraan „geen andere verklaring en toepassing wordt gegeven” dan in de Drie Formulieren van Enigheid is uitgedrukt. „Wij verwachten dat nieuwe collega’s vanuit hun christen-zijn of kerkelijke meelevendheid werkzaam willen zijn in onze school”, benadrukte Heek woensdagmorgen.
Volgens de schoolleiding zou de moslima prima in staat zijn een toezichthoudende functie in de kantine te vervullen, maar kan ze niet worden aangenomen vanwege haar islamitische achtergrond. Heek: „Als er een leerlinge in de hoek zit en zegt bang te zijn om te sterven, verwacht ik van onze medewerkers dat die vanuit het christelijke geloof haar de weg wijzen.”
De school heeft een paar niet-onderwijsgevende personeelsleden in dienst, die niet kerkelijk meelevend zijn. Volgens Heek komt dat bijvoorbeeld doordat mensen tijdens hun loopbaan van gedachten kunnen veranderen. Ook zijn er in het verleden mensen aangenomen die op grond van het identiteitsbeleid niet op de school passen. Heek: „Er zijn fouten gemaakt. Ik zit hier niet om iets te verbergen. We willen een christelijke school zijn. Op grond daarvan hebben we de overtuiging dat de medewerkers van de school dragers van onze identiteit moeten zijn.”
Op voorstel van de commissie gaan beide partijen eerst aan de slag met mediation om het conflict op een voor beide partijen bevredigende wijze op te lossen. Zolang dat proces aan de gang is, doet de commissie geen uitspraak.