Noord–Brabant was overgeleverd aan tucht ov–markt
DEN BOSCH (ANP) – De provincie Noord–Brabant was door de opgedrongen openbare aanbesteding van het openbaar vervoer overgeleverd aan de tucht van de moordende markt. Leden van Gedeputeerde Staten lieten die machteloze indruk donderdag achter bij verhoren door de enquêtecommissie die twee mislukte aanbestedingen onderzoekt.
Noord–Brabant was de eerste grote provincie die het openbaar vervoer moest aanbesteden. Voor de busbedrijven een uiterst interessante opdracht met een waarde van rond 600 miljoen euro. In 2005 liep de aanbesteding stuk op een rekenfout van de provincie. In de herkansing een jaar later kwam busbedrijf Connexxion terug op haar opvallend goedkope offerte vanwege een ’evidente schrijffout’. Toch ging de opdracht in juni 2006 naar Connexxion.De provincie moest op eieren lopen, was vaak de strekking van het antwoord van bestuurders op de meest herhaalde vraag van de commissie waarom het hele proces zich zo tergend langzaam voltrok. Elke misstap zou eindigen in de rechtszaal, omschreef verkeersgedeputeerde Eric Janse de Jonge het delicate proces. „Provincie en busbedrijven gingen als egeltjes met elkaar om", typeerde gedeputeerde en partijgenoot Paul Rüpp de situatie.
Het gevolg is bekend: Connexxion liet de provincie vijf voor twaalf weten niet voor de beloofde prijs te rijden en Brabantse buschauffeurs die in onzekerheid bleven over hun toekomst gingen in oktober dagenlang in staking. Uiteindelijk bereikten de busbedrijven een uniek compromis. Connexxion trok zich formeel terug en de concessies werden gegund aan BBA/Veolia (West–Brabant) en Arriva (Noordoost–Brabant).
De enquêtecommissie wil onder meer weten waarom het laatste conflict zo hoog opliep en wat er valt te leren voor de toekomst. Het spel werd gespeeld door ambtenaren, juristen en adviseurs, bleek donderdag. „Het bestuur is nauwelijks bevoegd", concludeerde Janse de Jonge.
Partijgenoot Rüpp had toch kritiek op zijn collega. Alle ellende was volgens hem te voorkomen geweest als het provinciebestuur direct na gunning van de opdracht aan Connexxion duidelijkheid had geëist over de uitvoering. De schrijffout was immers toen al bekend en gaf reden voor twijfels.
Janse de Jonge denkt dat signalen dat het bedrijf niet wilde gaan rijden voor de beloofde prijs pas in oktober concreet werden, maar hij erkende –buiten het verhoor om– dat hij Connexxion meteen om duidelijkheid had kunnen vragen. Een fout wilde hij dat niet noemen. „De opdracht was altijd glashelder".
Achteraf is de provincie niet onverdeeld gelukkig met de opgedragen marktwerking in het openbaar vervoer. Janse de Jonge voorspelt ’oneindig veel grotere drama’s’ bij de aanbesteding van het openbaar vervoer in de grote steden. Een nieuwe minister van Verkeer moet volgens hem meer vrijheid laten aan de provincies en gemeenten. „De marktwerking is overgereguleerd".
De enquêtecommissie probeert haar onderzoek nog voor de verkiezingen af te ronden. Verantwoordelijk gedeputeerde Janse de Jonge vertrekt daarna naar Den Haag waar hij voor het CDA plaatsneemt in de senaat.