Hulp uit het structuurfonds zal flexibeler worden ingezet, de Europese Investeringsbank zal met een kredietregeling voor de landbouw komen en om in de toekomst beter op natuurrampen te kunnen inspringen zal bij de EU een fonds voor noodhulp worden opgericht, zei Schröder.

Aan het overleg met Prodi namen ook de Oostenrijkse bondskanselier Wolfgang Schüssel en de premiers van Tsjechië en Slowakije, Mikulas Dzurinda en Vladimir Spidla, deel. Prodi onderstreepte dat de hulpmaatregelen duidelijk moeten maken dat binnen Europa solidariteit heerst, ook met staten die nog geen lid zijn van de Europese Unie, zoals de Tsjechische Republiek en Slowakije.

Voor de oprichting van een noodfonds is de goedkeuring nodig van de lidstaten. Schröder zei dat het fonds ter grootte van ongeveer 500 miljoen euro in 2003 in het leven zal worden geroepen. Via tussenfinanciering zou het geld nu al beschikbaar gesteld kunnen worden.

De hulp via het structuurfonds zal veel omvangrijker zijn. Voor de periode 2002-2006 is voor Duitsland 20 miljard euro uitgetrokken en voor Oostenrijk 900 miljoen euro. Eerst moet nader worden bekeken hoeveel daarvan reeds is uitgegeven, zei Schröder.

Duitsland en Oostenrijk moeten nu volgens de woordvoerder zo snel mogelijk aangeven hoeveel geld er nodig is. De Europese Commissie zal dan „soepel en flexibel” omspringen met de regels voor steunverstrekking.

Volgens de woordvoerder blijft het wel nodig, zoals de EU-verdragen voorschrijven, dat Duitsland en Oostenrijk zelf ook geld tegenover elke bijdrage vanuit Brussel zetten. „Maar bestaande projecten kunnen misschien nu nog worden aangepast om de getroffen gebieden snel te hulp te schieten”, aldus de commissiewoordvoerder.

De EU-kandidaat-lidstaten Tsjechië en Slowakije kunnen op korte termijn op 60 miljoen euro steun rekenen.

De Europese Unie wil nu ook een noodfonds van 500 miljoen euro voor natuurrampen instellen, zei Schröder na afloop van de bijeenkomst.

Vanaf 2003 moet vanuit dat potje snelle hulp worden betaald bij toekomstige rampen. De Duitse bondskanselier benadrukte wel dat het om een voorstel gaat en dat alle vijftien EU-lidstaten en het Europese Parlement het instellen van zo’n fonds moeten goedkeuren.