Capelse wilg treurt om roemloze strijd
SPRANG-CAPELLE - Het was een strijd op leven en dood - voor zo’n 1200 jonge mensen het laatste. Zij stierven bij de zinloze gevechten rond het Capelse veer in de laatste oorlogswinter. Vanmorgen plaatste de gemeente Waalwijk een informatiebord in de destijds met bloed doordrenkte grond.
Opgeven was een woord dat blijkbaar niet voorkwam in het woordenboek van de Duitse generaal Kurt Student. Vanaf half december 1944 tot eind januari 1945 verdedigde hij de Overdiepse polder, het eilandje tussen de Bergse Maas en het Oude Maasje bij Waalwijk en Sprang-Capelle, met een bitterheid alsof zijn leven ervan af hing. Dat laatste was niet het geval -Student stierf in 1978 in Duitsland- maar gold wél voor honderden van zijn soldaten.Een soldaat ligt met zijn hoofd en bovenlichaam in een wak in het ijs. Een andere jonge strijder ligt uitgestrekt voorover, zijn geweer werkeloos op de bevroren grond. Een wijd open vlakte toont het verstilde landschap van de Overdiepse polder. In de verte kringelt rook omhoog. Het enige leven is zichtbaar in twee schuttersputjes, waar juist de hoofden van twee soldaten zichtbaar zijn. Of zijn zij ook dood?
De geallieerde luitenant A. M. Damer heeft die vraag niet beantwoord met zijn bewaard gebleven pentekening. Hij schetste een triest beeld van de slag bij het Capelse veer, een zware en zeer bloedige strijd die desondanks een heel gering plekje in de oorlogsannalen kreeg. De reden daarvoor ligt voor de hand: de strijd om het Capelse veer was zinloos. Dat toont militair historicus dr. Menni Roitero ondubbelzinnig aan in een boek over de gevechten rond het veer van Capelle naar Dussen. De gevechten gingen slechts door vanwege de geldingsdrang van twee generaals: de Duitser Kurt Student en de Britse luitenant-generaal Sir John Crocker.
De slag om Capelse veer hád een functie kunnen hebben: in een wanhoopspoging om de geallieerden te stoppen begon Hitler in de laatste oorlogswinter het Ardennenoffensief. Onderdeel daarvan was het heroveren van de haven van Antwerpen - operatie Fall Braun. Zouden de Duitse troepen vanuit de Ardennen daarin slagen, dan moesten de manschappen in het Land van Heusden en Altena hen tegemoet komen. Begin januari 1945 bleek echter al dat de opzet van Hitler tot mislukken gedoemd was.
Generaal Student had echter nog een aanvullend argument om de strijd in de Overdiepse polder koste wat het kost te winnen: zijn merendeel nog erg jonge en onervaren soldaten zouden op de bevroren Hollandse polder de nodige gevechtservaring kunnen opdoen. Dat deden ze, al was het voor velen de laatste ervaring van hun leven.
Pas nadat generaal Student op 28 januari 1945 werd vervangen door zijn collega Johannes Blaskowitz, kwam er een eind aan de meer dan twee maanden durende dodelijke gevechten. In de nacht van 30 op 31 januari trok Blaskowitz zijn mannen terug ten noorden van de Bergse Maas.
Op de plaats waar de Duitse troepen zich hadden verschanst, sneuvelden op een na alle wilgen die daar stonden. De laatst overgebleven wilg is symbool geworden van de roemloze strijd. Aan de voet van de boom is een monument geplaatst.
Vanmorgen, exact 62 jaar na het beëindigen van de gevechten, plaatste het 4 en 5 Mei-comité van de gemeente Waalwijk een informatiebord bij het monument. „Mensen die daar langskomen, worden nu nog extra herinnerd aan de zinloze strijd die daar plaatsvond”, zegt voorzitter René van Boxtel van het 4 en 5 Mei-comité.
Voorafgaand aan de onthulling had een plechtigheid plaats in Sprang-Capelle, waarbij de christelijke basisschool De Bron officieel een adoptieovereenkomst aanging met de gemeente Waalwijk. De school is daarmee de komende tijd verantwoordelijk voor de instandhouding van het oorlogsmonument om de herinnering aan de slag levend te houden.