De leider van de eindtijdbeweging was 40 jaar en afkomstig uit de nabijgelegen sjiitische stad Diwaniya, aldus de bewindsman. Het dodental van de zware gevechten, die bijna 24 uur duurden, is nog steeds onduidelijk en getallen lopen sterk uiteen. Lokale bronnen meldden driehonderd tot 350 doden, Waeli hield het op tweehonderd, terwijl de Iraakse minister van Defensie, Al–Mufriji de Arabische nieuwszender al–Jazeera vertelde dat er 160 lijken zijn geteld.Onder de doden zijn mogelijk ook de kinderen en vrouwen van de zeshonderd tot zevenhonderd strijders die zich in het kamp ophielden. Zij waren volgens Mufriji zowel sjiieten als soennieten. Ook bevonden zich in het kamp buitenlanders.

Alhoewel sjiieten en soennieten in Irak lijnrecht tegenover elkaar staan, is het in de geschiedenis vaker voorgekomen dat leden uit beide stromingen elkaar vonden in een opstand tegen het gevestigde gezag. De sekteleider had hoge sjiitische geestelijken in Najaf willen doden als teken dat de Mahdi in aantocht was.

De militanten waren beter bewapend dan politie en leger in Najaf. Iraakse troepen, die werden ondersteund door het Amerikaanse leger, hebben in het kamp in een boomgaard van dadelpalmen circa vijfhonderd wapens in beslag genomen. Daaronder waren mortierwerpers en luchtdoelgeschut.