Het computermodel is ontwikkeld na de dreigende watersnood in Nederland in 1995, toen honderdduizenden mensen hun woningen moesten verlaten vanwege dreigende dijkdoorbraken.

In PoldEvac zijn alle kadastrale, geografische en bevolkingsgegevens uit het stroomgebied van Rijn en Waal van Kleef (Dld) tot aan Tiel verzameld. Als de waterstand stijgt door hoogwater in Duitsland, kunnen bestuurders en de brandweer met één druk op de knop zien welke gevolgen dat eventueel in Nederland zal hebben. PoldEvac geeft met computersimulaties precies aan hoe hoog het water komt te staan bij overstroming of dijkdoorbraak. Tot op de straat nauwkeurig is te zien welk gebied dan leeggeruimd dient te worden. Ook berekent het programma de gevolgen van obstakels, stuwen en dammen.

De Nederlandse en de Duitse overheid en de EU hebben het programma, dat bijna 1 miljoen euro kostte, gefinancierd. Er bestaan plannen om PoldEvac uit te breiden tot het hele stroomgebied van de grote rivieren in Nederland, maar daarvoor is volgens waarnemend brandweercommandant ing. G. Schijf nog geen geld gevonden. Ook Duitsland wil PoldEvac in een groter gebied toepassen.

Schijf wijst erop dat gevolgen van de overstromingen in Praag en Dresden ook met PoldEvac moeilijk te voorspellen zouden zijn. „Het zijn bijna vloedgolven die daar uit de heuvels binnenstromen. Dat gaat heel erg snel. Maar het is wel mogelijk om met ons rekenmodel zichtbaar te maken wat het verplaatsen van de watermassa stroomafwaarts betekent. Alleen heeft Duitsland daar nu nog niets aan, want eerst moeten alle kadastrale gegevens ingevoerd worden”, aldus Schijf.

Het ontwikkelen van PoldEvac duurde bijna drie jaar. Nu het rekenprogramma klaar is, is het volgens Schijf niet moeilijk om het model elders toe te passen. „De grootste hobbel is de bestuurlijke samenwerking, want de gemeenten in het stroomgebied zijn verantwoordelijk voor het actueel houden van de gegevens. In ons gebied was de bereidheid daartoe na de bijna-watersnood heel groot, maar dat bewustzijn zakt heel snel weer weg.”