Justitie onderzoekt ook of de 39-jarige Joegoslaaf betrokken is bij andere gewelddadigheden in het criminele milieu.

Het OM heeft bevestigd dat J. vrijdag aan Nederland is overgedragen. Volgens de advocaat van J., J. Boone, zit zijn cliënt nu opgesloten in de extra beveiligde inrichting in Vught.

J. wordt mede verantwoordelijk gehouden voor de verharding in de Amsterdamse onderwereld. Hij was een van de prominente leden van de als uiterst gewelddadig bekendstaande Joegoslavische maffia in West-Europa. Zijn naam dook in verschillende dossiers op.

Hij was de tweede man achter de beruchte Joegoslavische bendeleider L. Becirovic. Na diens gewelddadige dood in 1990 in Amsterdam nam J. de leiding over.

Het gerechtshof in Amsterdam veroordeelde J. in 1993 bij verstek tot drie jaar gevangenisstraf voor het schieten op een politieman en verboden wapenbezit. Hij loste in de nacht van 22 november 1991 tijdens een politie-inval in zijn huis in Amsterdam twee schoten. Daarbij werd een politieman geraakt. Die hield daar geen verwondingen aan over, omdat de kogel afketste op de sleutelbos in zijn broekzak.

De reden van de inval was toentertijd dat hij werd verdacht van medeplichtigheid aan een moord. J. werd daarvan vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Omdat justitie hem in afwachting van zijn berechting voor het schieten op de agent had vrijgelaten, kon de Joegoslaaf de benen nemen.

Volgens geruchten in de onderwereld is de liquidatiegolf van de afgelopen jaren een gevolg van een ruzie tussen Joegoslavische en Nederlandse criminelen. De laatste groep, waartoe Klepper en Femer behoorden, zou een partij drugs van de Joegoslaven hebben gestolen.

J. wordt er ook van verdacht betrokken te zijn bij een aantal moorden in het buitenland.