Grondwet verdeelt EU zichtbaar in twee kampen
BRUSSEL - De gestrande ontwerpgrondwet zorgde vrijdag zichtbaar voor een verdeling van de EU in twee kampen. Achttien lidstaten die het document hebben goedgekeurd, zaten in Madrid met elkaar aan tafel. De rest was niet welkom.
Het initiatief tot de bijeenkomst ging uit van Spanje en Luxemburg. Dat zijn tot nu toe de enige landen die met een positief resultaat een referendum organiseerden over het beoogde nieuwe verdrag en er op die manier hun ja aan verbonden. Zestien andere ratificeerden het via een stemming in het nationale parlement.De deelnemers aan het onderonsje duidden zich bij deze gelegenheid aan als „de vrienden van de grondwet.” Zij wensten met hun vergadering, op het niveau van ministers en staatssecretarissen van Europese Zaken, te onderstrepen dat een meerderheid van de 27 EU-leden, die tevens een meerderheid van de burgers vertegenwoordigt, inmiddels steun heeft betuigd aan de constitutie. Dat betekent in hun optiek dat er niet, omwille van de dwarsliggers, van alles en nog wat veranderd kan worden aan de inhoud, ofwel: de aandacht mag de komende tijd niet enkel erop gericht zijn de neezeggers en de twijfelaars koste wat het kost binnenboord te halen.
Duitsland, dat momenteel het voorzitterschap van de Unie bekleedt, was niet gelukkig met het beraad in de Spaanse hoofdstad en stuurde daarom alleen een waarnemer. Op bondskanselier Merkel rust de taak het ambitieuze project, dat na het negatieve oordeel van de bevolking in Frankrijk en Nederland in 2005 is stilgelegd, weer op gang te helpen. Zij kiest daarbij voor de aanpak van het werken achter de schermen. Zij gaat eerst in stilte alle Europese collega’s consulteren over hun opvattingen. Daarna, en dan zal het waarschijnlijk langzamerhand wel juni zijn, horen we haar conclusies en presenteert zij een routekaart voor het verdere traject.
De regering in Berlijn ziet vanuit die benadering niets in een conclaaf als dat van vrijdag. Dat draagt immers niet bij tot het creëren van een goed klimaat voor een gezamenlijk zoeken naar een uitweg uit de impasse. Het wekt alleen maar irritatie en benadrukt de verdeeldheid. Duitsland heeft in de voorbije weken dan ook geprobeerd te bewerkstelligen dat het overleg alsnog zou worden afgeblazen. Tevergeefs; dat had te veel gezichtsverlies veroorzaakt voor de initiatiefnemers. Maar plannen voor een vervolgsessie eind februari, waarvoor trouwens alle lidstaten een uitnodiging zouden ontvangen, verdwenen inmiddels wel van de agenda.
Nederland was in Madrid dus niet aanwezig. Frankrijk natuurlijk evenmin. Zeven EU-partners zijn tot dusver niet begonnen aan de ratificatieprocedure of hebben die niet afgerond: Denemarken, Groot-Brittannië, Ierland, Polen, Portugal, Tsjechië en Zweden. Uit hun midden mochten Ierland en Portugal uiteindelijk toch aanschuiven. Zij hebben zich in de ogen van de achttien blijkbaar in voldoende mate supporters getoond van de grondwet, ondanks het ontbreken van officiële goedkeuring van hun kant vooralsnog. Al met al namen er dus eigenlijk twintig partijen deel aan de besprekingen.
Vooral ten aanzien van Groot-Brittannië, Polen en Tsjechië is het de vraag hoe het zal aflopen met de standpuntbepaling tegenover de constitutie. Dit drietal vormt de harde kern achter de inzet om de EU verder te laten uitdijen, met Turkije als een van de opnamekandidaten, teneinde verdieping te vermijden. In hun richting waarschuwde Merkel vorige week in het Europees Parlement echter tot enkele malen toe: zonder hervormingen komt er geen uitbreiding meer; eerst moet intern het huis op orde zijn, want anders lukt het niet om met een almaar omvangrijker gezelschap snel en doeltreffend zaken te doen.
De groep van Madrid is eropuit zo veel mogelijk van het oorspronkelijke ontwerp overeind te houden. Zo verklaarde de Spaanse minister Navarro eerder deze week dat zijn land niet zal instemmen met een aangepaste versie die ver daarvan afwijkt. Een miniverdrag, wat bijvoorbeeld de Franse presidentskandidaat Sarkozy bepleit, vindt hij ontoereikend. „Dat is niet het antwoord dat we kunnen geven aan de burgers die een sterker Europa verlangen”, aldus de bewindsman. De premiers van Polen en Tsjechië, Kaczynski en Klaus, die donderdag elkaar ontmoetten, hameren op hun beurt erop dat er juist een „heel andere” tekst dient te komen.
En wat wil Nederland? Vooralsnog doet Den Haag er het zwijgen toe. Toen de aantredend voorzitter van het Europees Parlement, de Duitser Pöttering, vorige week sprak over de grondwet, wees hij erop dat het nu eenmaal een politieke realiteit is dat Frankrijk die heeft verworpen. Nederland vermeldde hij in dat verband niet. Misschien een omissie zonder bedoeling ermee, maar wellicht was het toch veelzeggend. In ieder geval begint de tijd te dringen om een heldere positie in te nemen en daarmee de boer op te gaan. Anders dreigen we achter de feiten aan te lopen. Het wachten is op de ontknoping van de kabinetsformatie.