Aldus gids Nancy Williams, die bezoekers rondleidt in het zogeheten Reagan Home, het huis in het stadje Dixon in de staat Illinois waar Ronald Reagan, de 40e president van de Verenigde Staten, een groot deel van zijn jeugd doorbracht, samen met zijn oudere broer Neil en zijn ouders Jack en Nelle. Een prachtige bronzen plaquette in de tuin markeert dit gerenoveerde huis, dat deel uitmaakt van ”Reagan Trail”, een Reagan-spoor, dat geïnteresseerden geografisch langs een aantal interessante pleisterplaatsen uit Reagans leven leidt.

Europese bezoekers kijken een beetje vreemd op wanneer zij op zulke moderne ”historische” gedenkplaatsen stuiten. Wat heet gedenkplaats. In Hope in Arkansas is het ziekenhuis waar Bill Clinton in augustus 1946 werd geboren verdwenen. Daar staat op de plaats waar de 42e president van de VS het levenslicht zag nu een groot bord dat deze ”historische plaats” aanduidt. Reizend langs de Mississippi stuit men overigens op de sporen van verschillende presidenten en van hun familieleden. „Hier werkte de vader van…”, en vul maar in. Het gaat in dit geval om de smederij waar de vader van president Herbert Hoover indertijd werkte.

Het gebouw staat op het terrein van het Herbert Hoover Presidential Library Museum in West Branch in Iowa. Is dit geschiedenis? Misschien een beetje snobistische vraag van een Europeaan die uit een werelddeel komt waar men op historische sporen stuit van 1000 jaar oud en ouder. „De geschiedenis van de menselijke cultuur is in Amerika waarschijnlijk even oud als die in Europa. Het probleem is alleen dat er weinig is overgebleven van de vestigingen van oude indianenculturen, waarvan sommige nog niet eens een schrift kenden. Daarom begint voor veel Amerikanen de geschiedenis pas met de westerse kolonisatie. Dat is natuurlijk een vertekening van de feiten, maar het geeft wel de periode aan waarmee de meeste blanke Amerikanen zich het nauwst verwant voelen”, aldus historica Rachel Kochmann, gespecialiseerd in Amerika’s presidentiële geschiedenis.

De president die men op verschillende plaatsen tegenkomt wanneer men langs de Mississippi trekt, is de man die ook overweldigend aanwezig is in de Amerikaanse geschiedenis tot op de dag van vandaag, namelijk Abraham Lincoln. De 16e president van de Verenigde Staten werd op 12 februari 1809 geboren bij Hodgenville in het huidige Kentucky, waar zijn vader Thomas voor 200 dollar een kleine boerderij kocht waar hij zich vestigde als timmerman. Het geboortehuis van Lincoln -als dat tenminste het échte geboortehuis is…- staat in een klein soort mausoleum in wat nu een National Historic Site wordt genoemd. In 1831 trokken de Lincolns noordwaarts naar Illinois, waar zij zich vestigden in New Salem. De jonge Abraham werd daar lid van de New Salem Debating Society, waar hij schoolmeester Mentor Graham ontmoette. Deze zou een grote invloed hebben op Lincolns ambities om verder te leren, voornamelijk door zelfstudie.

Lincolns eerste poging om gekozen te worden als regionaal afgevaardigde mislukte, maar in 1834 had hij succes. Hij werd gekozen in het Huis van Afgevaardigden van de staat Illinois. In die periode begon hij ook zijn rechtenstudie, die hem later als advocaat een goed inkomen zou garanderen. Maar niet in New Salem, waar weinig te beleven viel. Abraham Lincoln trok daarom naar Springfield, waar hij Mary Ann Todd ontmoette, de dochter van een bankier. De Todds moesten aanvankelijk weinig hebben van de -nog- arme advocaat Lincoln, die boven een winkel woonde. Desondanks trouwden Abraham en Mary in november 1842.

Toen een jaar later hun eerste kind werd geboren -Robert Todd- draaide schoonvader Todd bij. Met zijn hulp kochten de Lincolns hun eerste huis, voor 1500 dollar, op de hoek van de Achtste Straat en Jackson Straat in Springfield. Het staat er nog en wordt jaarlijks door duizenden geïnteresseerden bezocht. In 1846 werd Lincoln gekozen in het federale Huis van Afgevaardigden in Washington. Na twee teleurstellende jaren keerde hij terug naar Springfield naar zijn advocatenpraktijk en naar de regionale politiek. In de landelijke politiek kwam het onderwerp slavernij intussen steeds prominenter op de voorgrond. De Republikeinen, die zich tegen de slavernij verzetten, scheurden zich los van de Whigs, waartoe Lincoln behoorde. In 1856 trad hij ook toe tot de Republikeinen.

Slavernij was ook het centrale thema in de strijd in 1858 tussen Lincoln en Democratisch senator Stephen Douglas, die het standpunt verdedigde dat de staten die deel uitmaakten van de VS zelf moesten beslissen of zij slavernij zouden toestaan of niet. Dat was geen federaal thema volgens Douglas. In zeven confrontaties van drie uur elk debatteerden Lincoln en Douglas over dit onderwerp. Een vroege voorloper van de televisiedebatten zoals wij die nu kennen. De confrontatie trok nationale aandacht, maar Lincoln verloor de race om de senaatszetel. De debatten hadden hem echter nationale bekendheid gegeven. Twee jaar later won hij de Republikeinse kandidatuur voor het presidentschap en op 6 november 1860 versloeg hij zijn Democratische concurrent… senator Stephen Douglas.

Lincoln zou de geschiedenis ingaan als de ”grote bevrijder” van de slaven. Volgens zijn eigen zeggen was hij de Amerikaanse burgeroorlog in 1861 echter ingegaan om de jonge Unie van staten bijeen te houden toen de Geconfedereerden in het zuiden dreigden met afscheiding. De rest van de geschiedenis is bekend. Lincoln werd in 1864 herkozen voor een tweede termijn. Die zou hij niet uitdienen. Op 14 april 1865 werd er in het Ford Theater een aanslag op hem gepleegd. De volgende dag overleed hij. De dader was acteur John Wilkes Booth, die twaalf dagen later door soldaten werd doodgeschoten. Na de aanslag werd Lincoln teruggebracht naar Springfield. Daar rust zijn lichaam in een mausoleum op het terrein van de begraafplaats Oak Ridge. Het jaar 1865 bracht ook het einde van de Amerikaanse burgeroorlog, met een overwinning voor de noordelijke Unie op de Confederalen in het zuiden. In hetzelfde jaar werd de slavernij officieel afgeschaft in de VS.