Dat heeft de Amerikaanse krant The Washington Post donderdag gemeld op gezag van bronnen binnen het Witte Huis. „De zaak-Ibrahim maakt het onmogelijk voor de regering-Bush extra geld voor Egypte vrij te maken”, aldus een medewerker van het Witte Huis tegen de Washington Post.

De functionaris zei dat Bush zich grote zorgen maakt over de wijze waarop de Egyptische regering pro-democratische bewegingen behandelt.

Egypte geldt als een belangrijke bondgenoot van Washington in het Midden-Oosten. Tot nu toe hebben Amerikaanse regeringsfunctionarissen afgezien van het uiten van openlijke kritiek op de Egyptische president Mubarak.

In een reactie op het bericht in The Washington Post zei minister van Buitenlandse Zaken Ahmed Maher dat Egypte niet buigt voor de Amerikaanse druk. „Egypte accepteert geen pressie en zal er niet voor buigen en iedereen weet dat”, aldus Maher. Hij verdedigde de onafhankelijkheid van het rechtssysteem en zei dat alle andere staten het Egyptische juridische systeem zouden moeten respecteren, zoals Egypte die van hen accepteert.

Het hooggerechtshof voor staatsveiligheid in Egypte veroordeelde professor Ibrahim eind juli tot zeven jaar gevangenis en dwangarbeid wegens „aantasting van het imago van zijn land.” Hij zou hulpgelden van de Europese Unie hebben verduisterd. Volgens Ibrahim is die kritiek op de regering de ware reden voor zijn veroordeling. Behalve de VS heeft ook Amnesty International de veroordeling van Ibrahim veroordeeld.

Kort na de veroordeling zei Europees commissaris Patten (Buitenlandse Zaken) dat hij geen enkele aanleiding had te denken dat Ibrahim geld achterover heeft gedrukt. Hij wees erop dat de Egyptische professor een „bekende en internationaal gerespecteerde pleitbezorger voor democratie is.”