Volgens Bert Roor, woordvoerder van de Evangelische Alliantie (EA) voor de gebedsdag, lag het totale aantal bezoekers op 1500. Dat is 10 procent meer dan vorig jaar. Hij vermoedt dat deze stijging komt door nieuwe afdelingen in drie plaatsen, te weten Delden (Twente), Sittard en Eindhoven. In de steden waar de gebedsdag vorig jaar ook werd gehouden, liep het aantal echter terug.Dat betekent, aldus Roor, dat het aantal bezoekers toch niet zo gegroeid is, zoals werd gehoopt. „Het zal ongetwijfeld een punt zijn in de evaluatie. Is dit de manier waarop we nog zullen doorgaan? Feit is wel dat de aandacht voor gebed en gebedsgroep groeit.”

Parallel aan de gebedsdagen werden zaterdagavond op 29 plaatsen jongerengebedsbijeenkomsten gehouden.

tussenkop (u16(Luisteren

Henk Medema, uitgever en publicist, geeft leiding aan de gebedsdag in Apeldoorn. Hij legt uit wat de bedoeling is van de zeven ’gebedsblokken’, gewijd aan kerk en gemeente, politiek en samenleving, jeugd en gezin, evangelisatie in Nederland, de lijdende kerk, wereldevangelisatie, Israël en het Midden-Oosten. Het is de bedoeling om kleine groepjes te vormen, zegt Medema, vier tot vijf. „Zes of zeven is eigenlijk te veel.”

Wij bidden heel oplettend, zegt de publicist, letten op elkaar en luisteren als we bidden. „Probeer bij elkaar aan te sluiten. Dat kan alleen door kort te bidden. Geen lange gebeden. Je hoeft ook niet alles te bidden. Het is vandaag geen informatiedag, maar een gebedsdag. Je bidt en bent bij God. Laat dat het accent zijn.”

In de Ontmoetingskerk in Apeldoorn zijn rond de 150 bezoekers bijeen. Deze bidders zijn niet alleen, zegt Medema. „Er zijn er veel meer in Nederland, in tien steden. Weet dat je met veel bidders verbonden bent.”

tussenkop (u16(Vrijmoedigheid
”Samen voor de Koning” is het thema van de Nationale Gebedsdag. Medema verwijst naar 2 Koningen 4:23, waar Elía aan Gehazi vraagt of hij voor de Sunamitische weduwe „iets kan spreken tot de koning.” „Dat is de vraag die we vandaag willen stellen en die we ook kunnen beantwoorden: we kunnen bij de Koning terecht, bij de troon van Zijn genade.”

Enkele opwekkingsliederen leiden het gebed in. Daarna heeft ds. P. van Duijvenboden, predikant van de hervormde gemeente in Apeldoorn, het woord. Hij mediteert over Hebreeën 14, met name over de vrijmoedigheid om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus.

Hij vroeg de dag ervoor aan zijn catechisanten wat bidden betekent. Zij antwoordden: vragen, danken, belijden. „Ze hadden allemaal gelijk, maar het diepste is dat als je bidt, je bij God komt en voor God gaat staan. Daar sta je opeens voor de Schepper van hemel en aarde. Je bent in Zijn omgeving. Misschien denk je dat Hij ver weg is en dat het iets buitengewoons is dat je dan komen mag. Dat God je hoort is niet anders dan een enorm teken van God. Dat is werkelijk buitengewoon.”

De schrijver van de Hebreeënbrief stelt dat op grond van het volmaakte offer van Christus de mens vrijmoedigheid heeft om in te gaan tot het heiligdom. „Vrijmoedigheid is niet een kwestie van schroom hebben of niet, maar betekent dat je iets geschonken wordt. Het is iets waartoe je uitgenodigd wordt, namelijk in te gaan in het heiligdom. Dat wil zeggen: om voor Gods troon te komen, door het bloed van Jezus Christus, door een verse en levende weg.”

De Hogepriester is ons voorgegaan en zit nog steeds naast de Vader, aldus de predikant. „Als wij tot Gods troon gaan, zit de Heere Jezus naast God. Daarom mogen we geloven dat als ik tot de troon kom, Hij er ook zit. We hoeven niet te twijfelen of we komen mogen of dat de Heere ons horen zal. Je moet wel komen met een waarachtig hart, niet met je eigen offertjes of prestaties. De weg ligt er. We gaan over het pad dat de Heere gebaand heeft.”

Hoe bidden? Kan ik wel bidden? „Het kan je naar je keel vliegen om te bidden. Je zegt geen goede bidder te zijn en je hebt deze week zo veel verkeerds gedaan. Toch hoef je niet bang te zijn. Je bidt niet op eigen kracht, omdat Christus naast de Vader zit. Daarom kan ik bidden en geloven dat Hij mij hoort. Als we zo tot Hem bidden, om Jezus’ wil, mogen we wonderen verwachten.”