Eis: werkstraf voor poging tot doodslag
ARNHEM - De 29-jarige A. A. uit Veenendaal hoorde vrijdag in hoger beroep bij het hof in Arnhem een werkstraf van tachtig uur tegen zich eisen voor poging tot doodslag.
A. kreeg deze straf al in augustus 2005 door de politierechter in Utrecht opgelegd. Het ging om een vechtpartij die plaatshad op 25 mei 2003, waarbij de Veenendaler een man zou hebben geslagen met een metalen staaf. A. ging tegen het vonnis in beroep, omdat hij beweert geen staaf als wapen te hebben gebruikt.Twee vrouwen om wie de ruzie in eerste instantie was begonnen, hebben A. wel als de man met de staaf geïdentificeerd. De Veenendaler ontkent niet dat hij aanwezig was die nacht en betrokken raakte in de vechtpartij, maar houdt er een andere versie van het voorval op na. A. bevond zich na een avondje stappen samen met een vriend in de auto. Toen zij moesten stoppen voor een auto voor hen, werden ze getuige van een vechtpartij, waarbij het slachtoffer met een metalen staaf geslagen werd. A. stapte uit om de vechtpartij te sussen en raakte vervolgens slaags met de persoon die hij beweerde te willen beschermen. Volgens zijn verklaring is de man die de staaf in handen had in de auto vóór hen gestapt en weggereden.
Dat A. slechts een ruzie wilde sussen, vond de aanklager niet waarschijnlijk.
Volgens een van de politiemannen die bij de vechtpartij aanwezig waren heeft de verdachte actief meegedaan aan de vechtpartij. Hiermee heeft A. zich schuldig gemaakt aan het plegen van openlijk geweld. Het openbaar ministerie bleef daarom in zijn eis bij de al opgelegde straf.
Uitspraak op 26 januari.