Bijna gestraft voor moedige daad
LEIDSCHENDAM - Bijna 50 jaar nadat hij een moeder en haar 4-jarige dochtertje van de verdrinkingsdood redde, is Jan Kappetein in Leidschendam-Voorburg maandag onderscheiden voor zijn daad. „Voor mij hoeft al die trammelant niet.”
Uit handen van burgemeester Van Haersma Buma kreeg de 70-jarige Leidschendammer maandag een bronzen legpenning van het Carnegie Heldenfonds. Ook ontving hij in het bijzijn van zijn familie een loffelijk getuigschrift als bewijs van moedig gedrag.Tot een kwartier voor de tijd wist Kappetein niet dat hij een medaille zou krijgen. „Ik ging met mijn zoon naar het ministerie, omdat die daar iets moest ophalen. Maar vervolgens reed hij daar niet naartoe. Toen vertelde mijn zoon dat ik zou worden onderscheiden. Het is maar goed dat ik dit niet vooraf wist, want dan was ik nooit met hem meegegaan. Voor mij hoeft al die trammelant niet. Daar houd ik niet van.”
Toch staat de datum van 17 februari 1957 nog in zijn geheugen gegrift. „We kwamen met een grote groep mensen uit de kerk in Zoeterwoude toen ik een moeder met haar meisje in de Zuidbuurtse vaart zag rijden. Een brommer sneed haar de pas af, waardoor de vrouw met haar 4-jarig dochtertje in het water belandde. Een paar honderd man zag het gebeuren. Niemand deed wat. Toen ben ik het water ingesprongen. In mijn militaire pak, want ik was in die tijd dienstplichtig militair.”
De reddingsactie was niet eenvoudig, herinnert de kloeke redder zich nog goed. „De vaart was daar een paar meter diep. En in februari is het water flink koud. Ik kon er ook niet staan en zwemmen ging haast niet, omdat het zo koud was. Ik heb eerst de moeder boven water kunnen tillen. Dat was zwaar, omdat ze dik was gekleed.”
Vervolgens ging de toen 20-jarige Kappetein op zoek naar het meisje. „Dat zat nog in het kinderzitje vast. Omdat ik luchtbelletjes zag, wist ik waar ze onder water moest zijn. Toen ik haar eindelijk op het droge had, was ze helemaal slap. Ik dacht dat ze was gestorven. Na een tijdje begon het meisje gelukkig te huilen.”
Hij redde twee mensen van de verdrinkingsdood, maar zelf kreeg Kappetein het daarna flink voor de kiezen: hij belandde voor twee weken met een shock in bed. „Dat kwam doordat ik eerst dacht dat het meisje niet meer leefde, toen ze uit het water kwam.”
Bij het leger geloofden ze maar weinig van de reddingsactie van dienstplichtige militair: Kappetein zou van het militair gezag straf krijgen, omdat zijn legitimatiebewijs was beschadigd. „Pas nadat ik een brief van de politie heb laten zien, werd mijn straf kwijtgescholden.”
De 70-jarige Leidschendammer blijft er nuchter onder dat hij een halve eeuw later alsnog een onderscheiding heeft gekregen voor zijn moedige daad. „Eerlijk gezegd hecht ik er weinig waarde aan. De moeder die ik heb gered, is twee maanden geleden overleden. Haar dochter heeft geregeld dat ik die medaille zou krijgen. Ik heb haar de achterliggende jaren ook regelmatig gesproken. Ze is ook wel eens op bezoek geweest. Toen heb ik haar al die papieren van de politie meegegeven. Als ik straks mijn ogen sluit, gooien mijn kinderen die toch in de container.”
Of Kappetein toch niet een klein beetje trots is dat hij nu officieel een echte held is? „Ach, als je mensen in het water ziet vallen, spring je ze achterna of je doet het niet. Zo simpel is het. Maar ik zou het nu zo weer doen, al ben ik 70 jaar. Je laat toch niemand verdrinken?”