Economie

Sympathie voor Scheepjeswol zit diep

NIEUWEGEIN - Hoewel Scheepjeswol een lastig woord is voor buitenlanders en Amerikanen en Canadezen het zo ongeveer uitspreken als Skiepjeswol, de naam moet blijven bestaan. De fabrikant bedacht ooit een toegankelijker omschrijving, maar mensen bleven stug vragen naar Scheepjeswol. De sympathie voor de 19e-eeuwse naam zit diep bij breisters.

9 January 2007 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 04:25
NIEUWEGEIN – In de Veenendaalse Sajet en Vijf Schachtfabriek van de familie Van Schuppen, kortweg de Scheepjeswolfabriek, ging in 1855 de productie van industriegaren en breiwol van start. Het merk Scheepjeswol bleef „fier overeind” toen andere verdwenen.
NIEUWEGEIN – In de Veenendaalse Sajet en Vijf Schachtfabriek van de familie Van Schuppen, kortweg de Scheepjeswolfabriek, ging in 1855 de productie van industriegaren en breiwol van start. Het merk Scheepjeswol bleef „fier overeind” toen andere verdwenen.

Rood is de kleur van een harige bol uit de Scheepjeswolcollectie van deze winter. Maar bij het breien blijkt hij meer dan dat. Een vleugje paars geeft diepte, oranje knipoogt er vrolijk doorheen.Eens moet iemand uit het creatieve team dat de breigarens van Scheepjeswol bedenkt instemmend hebben geknikt bij deze combinatie. Aan een tafel vol draadjes en kleuren brainstormen ontwerpers over een nieuwe collectie, met in hun achterhoofd de trends die zijn gesignaleerd op internationale modebeurzen in Italië en Frankrijk.

Na de brainstormfase volgt de vraag of de ideeën technisch uitvoerbaar zijn, vertelt Hans Peelen van HWS Markoma, het bedrijf dat Scheepjeswol op de markt brengt. Soms komen er „technische hoogstandjes” tevoorschijn. Zoals breigarens die -aan één draad- afwisselend glad en hobbelig zijn. „Bollen met verschillende kwaliteiten noemen wij die.” Zodra duidelijk is in welke hoeveelheden het nieuwe materiaal er moet komen, gaat de opdracht voor productie naar fabrieken in Turkije, Italië en Spanje.

Dan is het tijd voor de breiboeken. Peelen: „Zonder goede patronen verkopen we niets.” Modellen showen de nieuwste creaties -voor de zomer van 2007: katoenen kledij in pasteltinten op het Terschellinger strand- en de foto’s daarvan verschijnen in een kleurig blad. „Onze grootste strijd is de tijd”, zegt Peelen. „De collectie is zo groot en er beweegt zo veel. Deze maand hebben we het in Italië al over de zomer van 2008.”

Behalve een zomer- en een winterboek maakt HWS speciale uitgaven, bijvoorbeeld helemaal gewijd aan sokken, of aan tasjes en etuis voor mobieltjes. In totaal brengt het bedrijf zes boeken per jaar uit.

Minstens zo kleurig als de breiboeken zijn de materialen zelf waarmee de vertegenwoordigers ten slotte naar de winkeliers gaan. Zij krijgen te zien hoe een bol wol er in gebreide toestand uitziet. En dan komt de consument. Die Scheepjeswol wil. Of juist niet.

Vooral vroeger golden er uitgesproken voorkeuren. Een oude concurrent van Scheepjeswol is Neveda, een merk dat HWS Markoma ook verkoopt, naast Durable (breigarens), Smyrna (knoopartikelen) en Markoma (handwerkmaterialen). Er waren fans van Neveda en fans van Scheepjeswol, vertelt Peelen. „Vergelijk het met sigaren”, zegt hij. „Je had in Veenendaal Ritmeester en je had Panter, maar je kocht het ene merk óf het andere, nooit allebei. Zo was dat ook met de wol.”

Tot 1986 kwam Scheepjeswol uit Veenendaal. In de Veenendaalse Sajet- en Vijf-Schachtfabriek van de familie Van Schuppen, kortweg de Scheepjeswolfabriek, ging in 1855 de productie van industriegaren en breiwol van start. Voor die tijd was wolverwerking al gesneden koek voor Veenendalers. Alle ingrediënten waren voorhanden: wol, water en tijd. Schapen houden ging goed op de veengrond in de streek, het riviertje de Grift leverde stromend water waarin de wol kon worden gewassen en in seizoenen waarin arbeiders geen veen konden winnen, richtten ze zich op de wol.

Hoewel de vraag naar breiwol na de Tweede Wereldoorlog en in de jaren zeventig bleef groeien, ging het met de Nederlandse textielindustrie niet goed. De concurrentie uit lagelonenlanden zorgde ervoor dat bijna de hele Nederlandse textielproductie naar het buitenland werd verplaatst. In 1986 ging de Scheepjeswolfabriek, als laatste textielfabriek in Veenendaal, failliet.

Het merk bleef echter „fier overeind”, meldt de Hollandsche Wolspinnerij oftewel HWS, die doorging met de fabricage van Scheepjeswol. Per jaar zet het bedrijf wereldwijd zo’n vijftig vrachtwagencombinaties vol breiwol af.

In een van die wagens zaten de 78 bolletjes breigaren waarvan een vrouw onlangs evenzoveel sjaaltjes breide. „Van die dunne glitterdingetjes” noemt Peelen ze. „Eén bol is een sjaaltje - dat is het helemaal op dit moment.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer