Dat heeft voorzitter Agnes Jongerius van de FNV maandag gezegd op de nieuwjaarsreceptie van de vakcentrale in Amsterdam. Volgens Jongerius dreigen vooral in de zorg en het onderwijs, maar bijvoorbeeld ook in de detailhandel, tekorten aan werknemers te ontstaan. Die moeten worden opgevuld door werklozen uit andere sectoren.De wens voor een nieuw centraal akkoord is opvallend omdat de bonden, het kabinet en de werkgevers de afgelopen jaren alleen onder grote druk tot akkoorden konden komen. Zo kwamen de partijen in 2004 pas tot overeenstemming nadat meer dan 200.000 mensen hadden gedemonstreerd op het Museumplein in Amsterdam.

Ook lijkt het nu niet goed te boteren tussen Jongerius en werkgeversvoorman Bernard Wientjes van VNO–NCW. De FNV–voorzitter beschuldigt Wientjes ervan dat hij haar „als bliksemafleider" heeft gebruikt na de mislukte poging van vakbonden en werkgevers om een akkoord over het ontslagrecht te sluiten. Jongerius ontkent stelselmatig de suggestie dat hierover overeenstemming was bereikt.

Toch ziet zij ruimte voor een nieuw centraal akkoord. De FNV wil daarmee meer werklozen buiten hun sector een nieuwe baan laten vinden. Het recept daarvoor is scholing. De vakcentrale vraagt het nieuwe kabinet om dit via belastingvoordelen te faciliteren. Verder moet de nieuwe regeringsploeg de bemiddeling naar werk naar een hoger plan tillen.

De werkgevers moeten van de FNV ook hun steentje bijdragen, bijvoorbeeld door mee te betalen aan de omscholing voor een nieuw vak of door stageplaatsen aan te bieden. Volgens Jongerius moet iedere werknemer minstens een keer per jaar een „stevige cursus" volgen. Daar hoort volgens haar dan wel bij dat werknemers de verantwoordelijkheid op zich nemen om door kennis aantrekkelijk te blijven voor bedrijven.

Volgens de FNV is driekwart van alle werknemers bereid naar een andere sector over te stappen als zij hun baan kwijtraken. Een derde van hen denkt daarbij aan een baan in de zorg, een kwart ziet ook het onderwijs als een mogelijkheid.