Binnenland

Veenman mag de rails vlak gaan leggen

Het gaat voorzichtig wat beter met de Nederlandse Spoorwegen, zo blijkt uit stijgende punctualiteitscijfers en dalend ziekteverzuim. De dinsdag benoemde en per 1 november aantredende nieuwe topman Veenman zal er echter meer dan de handen vol aan hebben om de relatieve rust te bewaren. Want er wachten veel hobbels in de baan.

Niek Sterk
14 August 2002 10:57Gewijzigd op 13 November 2020 23:44

Afgelopen weken ontbrak de NS nagenoeg in het nieuws, op wat rimpelingen na over straatmuzikanten en agressiecijfers. Interim-man Noordzij werd eind juni met de nodige loftuitingen uitgezwaaid, daarna werd het bijna stil. Nog één keer kwam er een officiële mededeling: dat de benoeming van een nieuwe topman over de zomer werd heengetild.

De zomer is dit jaar behalve nat ook kort: dinsdag al viel de beslissing over wie het roerige spoorwegbedrijf in rustig vaarwater mag zien te krijgen en zien te houden. Veenman, tot gistermorgen topman van Stork, belooft de Nederlandse Spoorwegen de komende jaren weer tot ’onze’ NS te zullen maken. De kwaliteit voor de reizigers wordt beter, net als de werksfeer voor het personeel. De hem toegedichte gaven van goed luisteren en communiceren kan hij daarbij ten volle benutten: in het Utrechtse, maar ook elders in het land. Hij zegde toe het contact met de werkvloer expliciet te zullen zoeken.

Omdat hij eerst zijn opvolger bij Stork nog moet inwerken, komt hij pas per 1 november naar Utrecht. Dat betekent dat hij arriveert als de onderhandelingen over een nieuwe CAO voor het reizigersbedrijf (NS Reizigers) nog in volle gang zijn of inmiddels zijn afgerond, omdat ze ergens in september starten. Waren CAO-onderhandelingen bij de NS in het verleden reden voor flinke arbeidsonrust of zelfs stakingen, het onderwerp lijkt naast de problemen van de laatste twee jaar bijna van mineure betekenis. Bovendien: het bedrijf kent een CAO die voor vriend en vijand als tamelijk voorbeeldig geldt.

Een onderwerp dat bijna zeker voor (maatschappelijke) onrust gaat zorgen, is de voorgenomen prijsverhoging. Op dit moment is daarover overleg gaande met de consumentenorganisaties. Commercieel directeur A. Meerstadt van de NS schetste dinsdag in de wandelgangen nog eens de penibele situatie waarin het bedrijf de laatste twee jaar is geraakt. Grote materieelinvesteringen, torenhoge kosten voor ziekteverzuim en werving, en niet te vergeten de geldretourregeling voor klanten die onderweg blijven steken, brachten het bedrijf bijna weer in de rode cijfers. Meerstadt verwacht dat de halfjaarcijfers nog net zwart zullen zijn, maar daarmee is dan ook alles gezegd.

Vandaar dat de prijs van het treinkaartje binnen niet al te lange tijd wellicht behoorlijk omhoog zal gaan, zei hij dinsdag. Wettelijk mag de NS de prijzen jaarlijks verhogen met het inflatiepercentage plus 2 procent. Voor 2002 zou dat neerkomen op 5,5 procent, maar boze tongen beweren dat het aanzienlijk meer zal zijn, omdat het bedrijf afgelopen jaar geen verhoging kon vragen. De kwaliteit van de dienstverlening was immers abominabel. Inmiddels gaat het kennelijk goed genoeg om weer enigszins zelfverzekerd te durven verhogen.

Meteen sprong Rover op de ketting door te melden dat een verhoging van meer dan 5,5 procent onbespreekbaar zal zijn en een vertrouwensbreuk inhoudt tussen de NS enerzijds en klanten en personeel anderzijds. De NS heeft nog geen percentage genoemd, maar logischerwijs mag worden verwacht dat de gemiddelde prijs van het kaartje met die 5,5 procent zal stijgen. Dat plafond ligt wettelijk verankerd, om de klant te beschermen tegen de macht van een monopolist als de NS op de spoormarkt is. Mededelingen over de uitkomst komen binnen enkele weken.

Een volgende hobbel die wacht, is de aanbesteding van 22 resterende onrendabele lijnen en de uitplaatsing van NS-personeel die daarmee samengaat. De onlangs in de Tweede Kamer aangenomen Spoorweg- en Concessiewetten liggen op dit moment bij de Senaat en zullen daar nog wel even blijven liggen, verwacht Meerstadt. Het onderwerp zal daardoor wel verschuiven van 2003 naar een jaar later. Bovendien zal er bijna zeker clustering van lijnen worden afgesproken -een opdeling in netwerken, over het land verspreid- omdat verdere versnippering in een klein land als Nederland onwerkbaar wordt. Dat idee kan de voorziene arbeidsonrust wellicht wat dempen.

De bonden vragen nadrukkelijk om een voortzetting van de ’Noordzij-doctrine’. Vooral de reiziger, maar ook het personeel zou erbij gebaat zijn als de nieuwe topman geruime tijd iets meer dan het voordeel van de twijfel krijgt, zoals het alweer zuinig is geformuleerd. Want het zal toch niet zo zijn dat de NS alleen maar is te regeren door interimmers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer