Kirgizië verdeeld over schuldeninitiatief
BISHKEK (IPS) - Wie geeft er graag toe dat hij straatarm is en diep in de schulden zit? Politici en maatschappelijke organisaties in Kirgizië discussiëren hevig over een mogelijke opname van het Centraal-Aziatische land in de HIPC-groep - arme landen met een zware schuldenlast.
Dit zou het land financiële voordelen bieden, maar het ook verplichten hervormingen door te voeren. De schuld van het kleine Centraal-Aziatische land met een bevolking van 5 miljoen mensen heeft inmiddels de 2 miljard dollar (1,5 miljard euro) bereikt. De jaarbegroting van Kirgizië is minder dan 500 miljoen dollar.Het zou ongewoon zijn als een Centraal-Aziatisch land toetreedt tot het HIPC-initiatief, dat oorspronkelijk in het leven werd geroepen voor Afrikaanse landen met hoge schulden. Van de 42 HIPC-landen liggen er 34 in Afrika bezuiden de Sahara.
Onder de post-Sovjetstaten overwogen Kirgizië, Tadzjikistan en Moldavië het HIPC-programma. Tadzjikistan en Moldavië slaagden er echter in hun schulden te herstructureren zonder toe te treden tot de HIPC. De Wereldbank heeft Kirgizië aangeboden 1 miljard dollar kwijt te schelden als het land toetreedt tot de HIPC.
De regering van Kirgizië is verdeeld over het aanbod. Minister van Buitenlandse Zaken Alikbek Djekshenkulov is tegen het idee, evenals staatssecretaris Adahan Madumarov. Premier Felix Kulov is voor toetreden „als daarmee de belangen van het land gediend zijn.” President Kurmanbek Bakiev zegt ook onder bepaalde voorwaarden te willen toetreden tot het HIPC-initiatief.
Studenten, niet-gouvernementele organisaties en politieke partijen houden intussen demonstraties buiten de parlementsgebouwen en bij de kantoren van de Wereldbank in de hoofdstad Bishkek. ”HIPC betekent het einde van Kirgizië” en ”We willen niet door donoren bestuurd worden”, luiden de slogans.
„Voor Kirgizië is HIPC meer een emotionele, dan een economische kwestie”, zegt Marat Tazabekov, directeur van het Instituut voor Economisch Beleid. „Toetreding tot HIPC zou betekenen dat we erkennen dat onze politieke instituten en leiders niet meer in staat zijn zelfstandig het land te besturen.”
Het Instituut voor Economisch Beleid is een sociale unie die onder meer financiële steun krijgt van de Soros Stichting in Kirgizië.
Kirgizië zal naar verwachting voor maart een besluit nemen over eventuele toetreding tot de HIPC. Momenteel voert het land met onder meer de Wereldbank, die eisen stelt op het gebied van macro-economische stabiliteit, budgetcontrole en corruptiebestrijding.
In het bijzonder wil de Wereldbank dat de regering meer transparantie brengt in de energie- en mijnsector. Ook zouden de energieprijzen omhoog moeten en er zou een nieuw belastingsysteem moeten komen.
Tegenstanders vrezen dat deze hervormingen de deur openzetten voor de overdracht van deze sectoren aan buitenlandse investeerders.
Ulan Sarbanov, voormalig hoofd van de Nationale Bank van Kirgizië, zegt dat er op zichzelf niets mis is met de hervormingsplannen. „De belangrijkste vraag is echter of we die hervormingen ook daadwerkelijk kunnen realiseren als we toetreden tot de HIPC-groep. En als we dat niet doen, zijn we dan in staat om alle economische problemen zelf op te lossen?”
Kwijtschelden van schulden is volgens de Wereldbank niet voldoende. „Als een land niet de noodzakelijke hervormingen doorvoert, is falen onvermijdelijk”, zei Rodger Robinson van de Bank eerder deze maand.
Bazarbai Mambetov, voorzitter van de Associatie van Oliehandelaren in Kirgizië, wijst met de beschuldigende vinger naar donoren. „Iemand moet een rem zetten op de oplopende schulden. Onze samenleving zal niet tot rust komen als niet duidelijk wordt waar die 2 miljard dollar aan besteed zijn en wat dat heeft opgeleverd.”
De onafhankelijke groepering Parlement tegen Corruptie wil dat buitenlandse donororganisaties de schulden die de afgelopen twaalf jaar ontstonden in kaart brengen, zodat het de bevolking duidelijk wordt wat er met het geld is gebeurd.