Staatssecretaris Ross van Sport wil dat de clubs, politie en gemeenten nu eindelijk eens stoppen met het afschuiven van de verantwoordelijkheden en nauw gaan samenwerken. Ze reageerde daarmee op de eerste ongeregeldheden in het nieuwe voetbalseizoen. Een van haar belangrijkste voornemens is om te kijken of ze de wet zo kan wijzigen, dat een meldingsplicht op het politiebureau te koppelen is aan een stadionverbod.

Ook van die maatregel kun je echter geen wonderen verwachten, meent H. Groenevelt, hoofd van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) van de politie. „Als het kan, moet je het wel doen. Het helpt zeker een beetje. Maar het is niet dé oplossing en het voornemen is ook niet nieuw.”

Het probleem is dat het voetbalvandalisme de laatste drie jaar voor een deel is veranderd. Groenevelt: „Het gaat vaak om nieuwe mensen, die de politie en de clubs nog niet kennen. Ze zijn niet aan voetbal verbonden, maar zien de sport als platform om zich te kunnen misdragen.”

De laatste jaren vinden veel ongeregeldheden buiten de stadions plaats. In het jaarverslag over het seizoen 2000/2001 van het CIV staat dat er vanaf dat seizoen „andersoortige incidenten geweest zijn die het CIV zorgen baren en de vorm krijgen van onacceptabele drukmiddelen. Er zijn groepen supporters die proberen door bedreigingen hun zin te krijgen.”

Die ontwikkeling zet door, vertelde het hoofd van de CIV gisteren. Als voorbeelden geeft hij de bedreigingen tegen Feyenoord-trainer B. van Marwijk en voormalig Sparta-trainer F. Rijkaard. Ook PSV-trainer G. Hiddink is recent bedreigd, zo bleek gisteren. Volgens een woordvoerder van de politie Brabant-Zuidoost deed de trainer gistermiddag aangifte. Op de website van PSV staat dat Hiddink de afgelopen week diverse dreigementen ontving.

Ook op andere manieren proberen supporters door intimidatie en bedreiging hun zin te krijgen. „Denk aan de actie van zondag om de bus met PSV-spelers op te houden, denk aan de NS-blokkade van Utrecht-supporters. Ook komt het voor dat stewards worden gedwongen om de veiligheidsmaatregelen even te ’vergeten’. En wat een nog onbekend fenomeen is, is dat supporters door dwang en bedreigingen alsnog aan voetbalkaarten weten te komen die niet voor hen bestemd zijn.”

Volgens Groeneveld hebben de clubs, gemeenten en politie de strenge maatregelen de laatste jaren wat laten verslappen. „Staatssecretaris Ross heeft daarom terecht gezegd dat de samenwerking intensiever moet worden”, meent hij. „Maar gezien de ontwikkelingen van de laatste jaren en de soms verschillende lokale belangen tussen politie, clubs en gemeenten blijft het moeilijk om alle problemen op te lossen.”

Groot-Brittannië lijkt ondertussen behoorlijk greep te krijgen op het voetbalvandalisme. Misdrijven en overtredingen die verband houden met voetbal namen de laatste tien jaar met eenderde af. Het aantal hooligans met een reis- en stadionverbod verdubbelde in een jaar bijna, zo blijkt uit cijfers van het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken.

Door de Britse voetbalvandalismewet kunnen hooligans een reis- en stadionverbod krijgen zelfs als ze niet eerder zijn veroordeeld voor een overtreding. Ze kunnen het verbod al krijgen als alleen het vermoeden bestaat dat ze van plan zijn amok te maken. Voetbalvandalen kunnen zo tot tien jaar een verbod krijgen om plaatselijke of internationale wedstrijden bij te wonen. De politie kan verdachten bovendien zes uur vasthouden voordat ze worden gedagvaard.