„Van der G. kan het justitie bijzonder lastig maken”
Een hongerstakende verdachte kan het justitie „buitengewoon lastig” maken. Dat zegt prof. mr. C. Rüter, hoogleraar strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam.
Als Volkert van der G. door zijn zwakke gezondheid niet in staat is de behandeling van zijn zaak bij te wonen kan die in principe wel doorgaan, „maar het is bijzonder vervelend. Hij heeft tot nu toe niets gezegd, en het gaat toch heel erg om zijn motivatie”, zegt Rüter.
Van der G. beleeft maandag de 32e dag van zijn actie. Tegen de tijd dat de inhoudelijke behandeling van zijn zaak begint, verkeert hij in de kritieke fase. Die treedt doorgaans na een dag of veertig in.
Rüter: „Als Volkert van der G. aangeeft dat hij er niet bij wil zijn, dan heeft de president van de rechtbank twee opties: hij kan verstek verlenen en de zaak behandelen in afwezigheid van de verdachte. Hij kan ook Van der G. bevelen te komen. Hij zal er natuurlijk alles aan doen om hem aan de praat te krijgen. Als de verdachte te verzwakt is om te komen, dan kan hij de behandeling een tijdje schorsen totdat de gezondheid van meneer verbetert.”
Maar wat gebeurt er als Van der G. volhardt in zijn hongerstaking? Samen met zijn vertrouwensarts stelde hij een wilsverklaring op waarin hij nadrukkelijk stelt geen dwangvoeding te willen. Volgens Rüter wil dat geenszins zeggen dat het dan ook niet gebeurt. „Kijk, het staat eenieder vrij om zelfmoord te plegen buiten de gevangenis. Maar als je ’gast van de overheid’ bent, kan die zeggen: Niet bij mij.”
Mocht Van der G. toch de behandeling van zijn zaak willen bijwonen, dan kan de president van de rechtbank besluiten te schorsen, „op voorwaarde dat hij wél gaat eten”, zegt Rüter. „Mocht hij desondanks in hongerstaking blijven, dan hoeft de rechter met die wens geen rekening meer te houden en kan hij de zaak bij verstek behandelen.”
In Nederland verspeelde een verdachte daarmee jaren geleden ook het recht zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat. „Een advocaat was er om iemand bij te staan, zo luidde de redenering. Als er niemand is om bij te staan, dan mag de advocaat ook niet optreden. Met die opvatting zijn we, geloof ik, in Straatsburg op onze neus gegaan. Nu mag een advocaat een verdachte wel vertegenwoordigen op de zitting, op voorwaarde dat hij daartoe nadrukkelijk gevolmachtigd is.”
Vaststaat volgens Rüter dat Volkert van der G. het de rechtspraak knap lastig kan maken. „Hoe lang kun je die jongen in voorlopige hechtenis houden? Ik zie hem niet een-twee-drie vrijkomen, maar het is de vraag hoelang de gronden voor de voorlopige hechtenis gelden.”
Van der G. mag vrijdag dan de grote afwezige zijn geweest in de zwaarbeveiligde rechtszaal in Amsterdam-Osdorp, officier van justitie J. Plooy heeft hem wel toegesproken. „Het was immers publiekelijk bekend dat Van der G. de zaak vanuit het huis van bewaring via de televisie zou volgen”, zegt strafpleiter G. J. Knoops.
De advocaat, eerder dit jaar veelvuldig in het nieuws door zijn succesvolle optreden in de Puttense moordzaak, noemt het „volstrekt uniek” dat Plooy de tot dusver tegen Van der G. verzamelde bewijzen zo uitvoerig heeft gepresenteerd. „Dat gebeurt normaliter echt niet op een pro-formazitting. Het presenteren van het bewijs doet een officier in zijn requisitoir, voorafgaand aan het formuleren van zijn eis. Het betoog van Plooy was een semi-requisitoir, waarin hij het bewijs voor in elk geval doodslag heeft gepresenteerd.”
Dat het openbaar ministerie in zo’n vroeg stadium van het strafproces al zo veel prijsgeeft aan de verdediging, is volgens Knoops een aanwijzing voor de zelfverzekerdheid van de aanklagende instantie. „Maar veel belangrijker is dat dit afwijken van de gewone lijn mijns inziens onderdeel is van een strategie. Ze wisten dat Van der G. keek. Wat Plooy eigenlijk heeft gedaan, is Van der G. toespreken. Leg maar een verklaring af, was de boodschap, je kunt geen kant meer op.”
Knoops vraagt zich af of het voor de verdedigers van Van der G. niet tijd wordt met hem om tafel te gaan zitten en het nut van het hardnekkig zwijgen tegen het licht te houden. „De bewijsmiddelen zijn behoorlijk helder gepresenteerd. Die omvatten nogal wat, de marge voor Van der G. wordt steeds smaller. Het is wellicht verstandiger om de rechtbank inzicht te geven in je beweegredenen.”
Justitie verwacht, op basis van de raadslieden van Van der G., een verklaring van de verdachte, zo bleek vrijdag. Die verklaring kan van alles behelzen, vreest Knoops. „Als het een eenmalig statement wordt, waar hij voortdurend naar verwijst, dan twijfel ik aan het nut daarvan.”
De rechtstreekse uitzending vrijdag op televisie van de pro-formazitting in de rechtszaak tegen Van der G. trok gemiddeld 440.000 kijkers. Dat blijkt uit cijfers van Kijk- en LuisterOnderzoek (KLO) van de NOS die zaterdag bekend werden.