Doodstraf
„Vertel hem over Jezus en zet hem op de elektrische stoel.” Aldus een Amerikaanse predikant over een seriemoordenaar. Bondiger kan de christelijke visie op de doodstraf niet worden verwoord.
De doodstraf wordt door Nederlandse politici echter categorisch afgewezen. Als Bin Laden in Nederland wordt opgepakt, wordt hij niet aan de VS uitgeleverd, omdat hij daar de doodstraf kan krijgen. Bizar.In ons land worden iedere werkdag 130 kinderen gedood in de moederschoot. Hun misdaad? Zij verstoren de carrière van papa en mama of vormen een spelbreker voor de geplande skivakantie. Hiermee heeft bijna niemand moeite. Maar het leven van een moordenaar is principieel onaantastbaar.
Ook in christelijke kring lijkt de visie op de doodstraf te verschuiven, althans als het gaat om het leidende kader. Doordachte publicaties van prof. Velema en Douma worden genegeerd. Dat bleek wel uit de verwaterde reacties op het doodvonnis voor Saddam Hussein. Het toont, dat men het zicht op Bijbelse gerechtigheid en het recht van God verliest.
De christelijke visie op de doodstraf stoelt op wat de Bijbel zegt over de roeping die de overheid heeft tot herstel van het geschonden recht.
Er zijn vele Bijbelteksten waarin de doodstraf, als uitdrukkelijk gebod van God, wordt gelegitimeerd. Zie de mozaïsche wetgeving, maar ook Genesis 9:6, Romeinen 13: 4 en Handelingen 25:11. De mens is geschapen naar Gods beeld. Wie zich vergrijpt aan de mens, vergrijpt zich aan het beeld van God.
Hieruit volgt dat de overheid gerechtigd is om bij ernstige levensdelicten de doodstraf toe te passen. „Wie in boosheid de naaste naar het leven staat, verkeert in een uiterste van rebellie tegen God en heeft met recht het uiterste van vergelding te duchten” (K. H. Miskotte).
De doodstraf is gegrond op respect voor het menselijk leven. De christelijke visie op de doodstraf berust op de hoge waarde die aan dit leven wordt toegekend. De hoge waarde van het leven brengt daarom voor de SGP met zich, dat zij tegen abortus en euthanasie is en dat zij voorstander is van de doodstraf.
Bij een bewust vergrijp tegen het leven, kan de hoogste straf gerechtvaardigd zijn. Uit eerbied voor God, Die de mens naar Zijn beeld heeft geschapen, maar ook tot bescherming van de samenleving.
Terecht is altijd door gereformeerde theologen betoogd dat als de overheid het zwaard dat God tot bescherming van de burgers heeft gegeven, wegwerpt, het door misdadigers zal worden opgeraapt en er geen druppels, maar stromen bloed vergoten zullen worden.
De overheid heeft niet alleen het recht, maar onder omstandigheden ook de plicht om deze straf op te leggen. Zij staat schuldig indien zij deze plicht consequent verzuimt. Zou er louter sprake zijn van een recht, dan wordt het opleggen van de doodstraf gesubjectiveerd en treedt willekeur op. De overheid heeft echter de plicht om het recht van God te dienen, ook in deze strafoplegging.
Bekort je met de doodstraf niet de genadetijd van een mens? Dit argument is zwak. In de eerste plaats is het God Zelf Die de overheid (Gods dienares) de bevoegdheid geeft om de doodstraf op te leggen. De mogelijke consequenties liggen voor Gods verantwoording.
Daarnaast zou je met het onmogelijk maken van de doodstraf wellicht zelfs een bekeringsweg afsnijden. „De inkeer kan op korte termijn, stootsgewijs, door de dreiging van de dood, soms meer kans hebben dan bij het doffe, afmattende leven in de cel” (W. J. Aalders). Ook W. à Brakel wijst op de bekering van „stervenden door de handen van justitie.”
Afsluitend met ds. Zandt, die in de Tweede Kamer uitdrukkelijk aandrong op herinvoering van de doodstraf: „Mijnheer de Voorzitter, ik wil nog een misverstand ophelderen. Wij voelen ons niet verheven boven een moordenaar. Eén man is er geweest, die God openlijk dankte dat hij niet was zoals de moordenaar. Van hem geeft de Schrift een kwalijk getuigenis.”
Mr. D. J. H. van Dijk, beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer