Belastingadviseurs willen lager tarief op vermogen
Het College Belastingadviseurs (CB) dringt bij de Tweede Kamer aan op een verlaging van belasting over inkomsten uit vermogen van spaarders en beleggers.
Sinds de nieuwe belastingwetgeving van 2001 geldt voor inkomsten uit vermogen van particulieren, de zogeheten box 3, een „fictief” rendement van 4 procent. De Belastingdienst belast de vermogensinkomsten met 30 procent, bij een fictief of wel verondersteld rendement van 4 procent. Jaarlijks moet dus 1,2 procent van het vermogen worden betaald aan de fiscus.
Het College Belastingadviseurs wijst erop dat de inflatie de laatste jaren hoog is en dat het nieuwste cijfer van het CBS over de inflatie uitkomt op 3,5 procent per jaar. Tel daarbij op de 1,2 procent die per jaar aan de fiscus moet worden betaald, en de conclusie is dat spaarders minstens een rendement van 4,7 procent moeten behalen om quitte te spelen.
Het CB noemt het onjuist om „papieren” winst te belasten en vindt dat de inflatie aanleiding is om, met ingang van volgend jaar, het fictief rendement aan te passen aan de hoogte van de inflatie.