„Volkert van der G. kan het justitie knap lastig maken”
Een hongerstakende verdachte kan het justitie „buitengewoon lastig” maken. Dat zegt prof.mr. C. Rüter, hoogleraar strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam.
Als Volkert van der G. door zijn zwakke gezondheid niet in staat is om de behandeling van zijn zaak bij te wonen kan die in principe wel doorgaan, „maar het is bijzonder vervelend. Hij heeft tot nu toe niets gezegd, en het gaat toch heel erg om zijn motivatie”, zegt Rüter.
Volkert van der G. is vrijdag de 29ste dag van zijn actie ingegaan. Tegen de tijd dat de inhoudelijke behandeling van zijn zaak begint, verkeert hij in de kritieke fase. Die treedt doorgaans in na een dag of veertig.
Rüter: „Als Volkert van der G. aangeeft dat hij er niet bij wil zijn, dan heeft de president van de rechtbank twee opties: Hij kan verstek verlenen en de zaak behandelen in afwezigheid van de verdachte. Hij kan ook Volkert van der G. bevelen te komen. Hij zal er natuurlijk alles aan doen om hem aan de praat te krijgen. Als de verdachte te verzwakt is om te komen, dan kan hij de behandeling een tijdje schorsen tot de gezondheid van meneer verbetert.”
Maar wat gebeurt er als Van der G. volhardt in zijn hongerstaking? Samen met zijn vertrouwensarts stelde hij een wilsverklaring op waarin hij nadrukkelijk stelt geen dwangvoeding te willen. Volgens Rüter wil dat geenszins zeggen dat het dan ook niet gebeurt. „Kijk, het staat eenieder vrij om zelfmoord te plegen buiten de gevangenis. Maar als je ’gast van de overheid’ bent, kan die zeggen: ’Niet bij mij’.”
Mocht Volkert van der G. toch de behandeling van zijn zaak willen bijwonen, dan kan de president van de rechtbank besluiten te schorsen, „op voorwaarde dat hij wèl gaat eten”, zegt Rüter. „Mocht hij desondanks in hongerstaking blijven, dan hoeft de rechter met die wens geen rekening meer te houden en kan hij de zaak bij verstek behandelen.”
In Nederland verspeelde een verdachte daarmee jaren geleden ook het recht om zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat. „Een advocaat was er om iemand bij te staan, zo luidde de redenering. Als er niemand is om bij te staan, dan mag de advocaat ook niet optreden. Met die opvatting zijn we, geloof ik, in Straatsburg op ons neus gegaan. Nu mag een advocaat een verdachte wel vertegenwoordigen op de zitting, op voorwaarde dat hij daartoe nadrukkelijk gevolmachtigd is.”
Vast staat volgens Rüter dat Volkert van der G. het de rechtspraak knap lastig kan maken. „Hoe lang kun je die jongen in voorlopige hechtenis houden? Ik zie hem niet een-twee-drie vrijkomen, maar het is de vraag hoe lang de gronden voor de voorlopige hechtenis gelden. Het staat allemaal in de sterren.”