Reclasseringstoezicht schiet ernstig tekort
DEN HAAG (ANP) - Het toezicht van de reclassering op mensen die zijn veroordeeld tot een voorwaardelijke straf of die onder voorwaarden zijn geschorst uit de voorlopige hechtenis, schiet tekort. In sommige gevallen is er zelfs helemaal geen toezicht.
Dat kan niet, vindt minister van Justitie Hirsch Ballin. Hij heeft woensdag een kritisch rapport van de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) over de samenwerking tussen reclassering en openbaar ministerie naar de Tweede Kamer gestuurd.In een begeleidende brief schrijft de bewindsman dat met het OM, de Dienst Justitiële Instellingen en de reclassering afspraken worden gemaakt om het toezicht voortaan direct te laten beginnen zodra een vonnis van kracht is geworden. Er komen tevens aanvullende normen en kwaliteitscriteria voor het reclasseringstoezicht.
Reclasseringstoezicht begint in veel gevallen pas laat. In 2005 begon het toezicht in ruim driekwart van de gevallen binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van een vonnis. In slechts 12 procent van de gevallen begon het toezicht binnen een maand. Hirsch Ballin stelt mogelijk een landelijke norm op waarbinnen toezicht moet aanvangen.
De reclassering is ook belast met het laten uitvoeren van taakstraffen. Ook daarin treedt structureel vertraging op. Op basis van alle taakstraffen die in 2005 zijn opgelegd, heeft de ISt vastgesteld dat het na het vonnis gemiddeld 150 dagen duurt voordat een veroordeelde daadwerkelijk aan de slag gaat. De inspectie adviseert de minister een landelijke norm te stellen waarbinnen een taakstraf moet beginnen.
Per 1 januari zal in ieder arrondissement bij elk parket een reclasseringsbalie worden ingericht, als aanspreekpunt voor de rechterlijke macht en de Dienst Justitiële Inrichtingen. Deze balies moeten ervoor zorgen dat het reclasseringstoezicht ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd.