Opnieuw bedrijf in bouw verdacht van fraude
AMSTERDAM (ANP) - De bouwsector is dinsdag geconfronteerd met een nieuwe schaduwboekhouding. In de schaduwboekhouding van bouwbedrijf Boender en Maasdam, een dochter van VolkerWessels, zouden prijsafspraken in maart en november 2003 worden blootgelegd.
Dit betekent dat de parlementaire enquête die in het jaar daarvoor werd afgerond geen definitief einde heeft gemaakt aan misstanden in de bouw.Volgens moederbedrijf VolkerWessels zijn de gegevens in de schaduwboekhouding, zoals data, bedragen en betrokken bouwbedrijven, onjuist. Intern is ook geen melding gemaakt van malversaties, stelt de aannemer, die een diepgaand onderzoek belooft. Het bouwconcern heeft begin 2004 alle dossiers die betrekking hebben op de bouwfraude aan de NMa overhandigd.
De stukken zijn in handen gekomen van NRC Handelsblad. De mededingingsautoriteit NMa heeft de boekhouding van Boender en Maasdam ook al enige tijd in haar bezit. Volgens een woordvoerder kijkt de kartelwaakhond actief naar het dossier.
„Iedereen wist wel dat de fraude nog niet voorbij was. Maar gelijk hebben en gelijk krijgen zijn twee verschillende zaken”, liet Ad Bos in een reactie weten. Hij is de klokkenluider die in november 2001 de bouwfraude aan het licht bracht.
Uit de documenten van Boender en Maasdam zou blijken dat er afspraken zijn gemaakt over het verdelen van de werken bij een school in Middelharnis en bij de bouw van 23 woningen in Poortwijk in Oud-Beijerland. Volgens Ad Bos zijn de aanneemsommen na overleg met enkele procentpunten verhoogd.
Een parlementaire enquêtecommissie heeft eind 2002 een hard oordeel geveld over de bouwfraude die Bos aan het licht had gebracht. In reactie daarop beloofde de bouwsector beterschap. Koepelorganisatie Bouwend Nederland wil afwachten of de nieuwe schaduwboekhouding authentiek is. „Wij wijzen elke vorm van onwettig gedrag ondubbelzinnig af”, aldus een woordvoerder.
„Als waar is dat na de parlementaire enquête nog bouwfraude is gepleegd, passen zware straffen”, vindt PvdA-Tweede Kamerlid Depla. Hij zei dat frauderende bedrijven uitgesloten moeten worden van overheidsopdrachten en dat de verantwoordelijke managers strafrechtelijk vervolgd moeten worden. Volgens Depla blijkt uit een recent bericht van de Belastingdienst ook dat er „meer zaken zijn dan we wisten.” Ook zou onderzocht moeten worden of bij de parlementaire enquête meineed is gepleegd, toen gezegd werd dat bouwbedrijven een einde hadden gemaakt aan de bouwfraude.
CDA-Tweede Kamerlid Atsma wijst erop dat de Tweede Kamer een nieuwe aanbestedingswet heeft aangenomen en hij ziet dat als het „sluitstuk” van de parlementaire enquête. Hij denkt dat de NMa en justitie nu over voldoende mogelijkheden beschikken om bouwfraude voortvarend aan te pakken.