EU ingenomen met dienstenrichtlijn
STRAATSBURG - De EU bejubelt de totstandkoming van de dienstenrichtlijn. Het Europees Parlement schrijft daarbij het succes vooral op eigen conto. Dankzij immers het compromis tussen de grote fracties kon een aanvankelijk zeer omstreden en later ingrijpend gewijzigd voorstel de finish bereiken.
„De Europese Commissie en de raad van ministers hebben zich aangesloten bij de lijn van het EP. Voor het eerst speelde deze instelling een leidende rol bij een heel belangrijk onderwerp binnen de Unie”, constateert aanvoerder Schulz van de socialisten met voldoening. Commissaris McCreevy (Interne Markt) valt hem bij. „Een mijlpaal in de geschiedenis van het Parlement”, meent hij. Voorzitter Barroso legt een wat ander accent: „Ik ben blij dat Europa heeft getoond dat het zelfs een kwestie waarover zo veel verdeeldheid heerste, kan oplossen.”De volksvertegenwoordigers in Straatsburg hechtten woensdagmiddag met zeer ruime meerderheid in tweede lezing goedkeuring aan de plannen. Tegenstanders waren de groenen en de leden van de groepering waartoe uit Nederland de SP behoort. „Het arbeidsrecht moet het afleggen tegen de concurrentieregels”, betoogde een van hen. De stemming betekende het einde van drie jaar discussie. De lidstaten krijgen tot 2010 de tijd om de richtlijn te vertalen in nationale wetgeving.
De invoering ervan zorgt voor een forse stap richting vervolmaking van de in 1992 afgekondigde interne markt. Het ”Europa zonder grenzen” kreeg tot dusver voornamelijk gestalte in het goederenverkeer. Straks is er voor de dienstverlening, die zo’n 70 procent van het nationaal product genereert, eveneens de gelegenheid internationaal de vleugels uit te slaan zonder dat zij op allerlei belemmeringen stuit.
In de nieuwe situatie mogen de elektricien, de computerspecialist, de loodgieter, de makelaar en alle overige betrokkenen, als zij in eigen land beschikken over de daar vereiste papieren, ook elders klandizie verwerven. Zij kunnen overal snel, en niet na soms ellenlange procedures met discriminerende bepalingen, een vestiging openen.
Bij het verrichten van hun werkzaamheden moeten zij zich echter wel houden aan de in de desbetreffende natie daarvoor geldende voorschriften, bijvoorbeeld met betrekking tot de veiligheid en, niet te vergeten, in de sfeer van de lonen en verdere arbeidsvoorwaarden. De hervorming, die de consument meer keuzemogelijkheden verschaft, zal naar verwachting positieve effecten hebben op de economie en de werkgelegenheid.
Voormalig commissaris Bolkestein nam ooit het initiatief. Er ontstond over zijn voorstel een gepolariseerd debat met een hoog ideologisch gehalte, waarbij het draaide om liberalisering en marktwerking versus sociale bescherming en handhaving van de verworvenheden van de verzorgingsstaat. Het werd een testcase voor het sociale model dat Europa wenst. Rechts bepleitte vrij baan voor de concurrentie, links vreesde onder invloed van zo’n ontwikkeling een race naar steeds minder gunstige omstandigheden en voorzieningen voor werknemers. Die angst droeg bij tot het nee van de Franse bevolking tegen de Europese grondwet.
In februari van dit jaar slaagde het Parlement erin, bij de eerste lezing, de impasse te doorbreken. Overleg tussen christendemocraten, socialisten en liberalen resulteerde in een politiek akkoord. De Commissie en de ministers zagen er vervolgens van af weer te gaan sleutelen aan de fragiele consensus. Daarmee was de weg geëffend naar een succesvolle afronding van het dossier.
Europarlementariër Gebhardt, die als rapporteur de regie voerde over de behandeling in het EP, concludeerde woensdag: „We kunnen tevreden en trots zijn. We hebben een symbiose gerealiseerd tussen de belangen van werknemers, van consumenten en van de economie, met de mensen in het middelpunt van de benadering. Alle rechten zijn gewaarborgd, er zal geen ongezonde concurrentie plaatsvinden tussen de welvaartssystemen van de diverse lidstaten.”