Zorg instellingen weinig verbeterd
GROENEKAN - Bewoners van verzorgings- en verpleeghuizen zijn de afgelopen vijf jaar nauwelijks tevredener geworden over de kwaliteit van de zorg. Bij 18 procent van de instellingen dreigt het gevaar dat de ondergrens voor verantwoorde zorg wordt overschreden.
Dat blijkt uit onderzoek van de onafhankelijke stichting Cliënt & Kwaliteit, die door de overheid is ingesteld om de kwaliteit in de verpleeg- en verzorgingshuizen in kaart te brengen.Directeur dr. D. J. Burck van de stichting is teleurgesteld over de cijfers. „We hoopten op een verbetering, maar in plaats daarvan vertoont de lijn zelfs een lichte daling”, zei ze dinsdag in Groenekan bij de presentatie van het onderzoek.
Het onderzoek van Cliënt & Kwaliteit over 2005 heeft betrekking op 325 instellingen: 264 verzorgingshuizen en 61 verpleeghuizen. Sinds 2000 onderzocht de stichting ruim 1700 instellingen en is zo’n 70.000 zorggebruikers naar hun mening gevraagd.
In 59 procent van de in 2005 onderzochte verzorgingshuizen ligt de tevredenheid van de bewoners over de zorgkwaliteit rond het landelijk gemiddelde; in een kopgroep van 18 procent daarboven. In 59 van de in 2005 onderzochte verzorgingshuizen (22 procent) is de gemiddelde waardering voor de kwaliteit van de dienstverlening aan de lage kant.
In sommige huizen zijn volgens Cliënt & Kwaliteit de scores zelfs zo laag dat het gevaar dreigt dat de ondergrens voor verantwoorde zorg van de Landelijke Organisatie Cliëntenraden wordt overschreden. Bekeken over de hele onderzoeksperiode van 2002-2005 vielen ongeveer 145 verzorgingshuizen (18 procent) in die categorie. Vertaald naar de landelijke situatie wil dat zeggen dat in 280 verzorgingshuizen in Nederland de zorg onder de normen valt.
Net als in voorgaande jaren verschilde ook in 2005 de cliënttevredenheid in de onderzochte instellingen sterk en deden verpleeghuizen het over vrijwel de hele linie slechter dan verzorgingshuizen. De informatievoorziening aan bewoners over wat er in de instelling gebeurt blijft voor beide huizen de zwakke plek, net als het vastleggen en naleven van afspraken in een persoonlijk zorgplan.
Burck: „Volgens bewoners van verpleeghuizen neemt de kwaliteit van de informatievoorziening eerder af dan toe. De kwaliteit van de zorg is hooguit gestabiliseerd. In verzorgingshuizen is de informatievoorziening ook niet echt verbeterd. Het kwaliteitsbeleid ten aanzien van de zorg is er duidelijk achteruit gegaan.”
Burck noemde het verder opmerkelijk dat in verzorgingshuizen die tussen 2001 en 2005 meerdere keren zijn onderzocht de inspraak van cliënten significant is gedaald. In verpleeghuizen die herhaaldelijk zijn gecontroleerd is juist de inspraak van bewoners via de cliëntenraad achteruitgegaan.
Positief is volgens Burck dat het percentage verzorgings- en verpleeghuizen waar Cliënt & Kwaliteit onderzoek deed in elke zorgregio substantieel is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Zorgverzekeraars en zorgkantoren dringen er volgens haar op aan dat instellingen aan dit onderzoek meedoen. „Voordat zij afspraken maken over het zorg- en productiebudget willen zorgkantoren eerst geïnformeerd worden over de kwaliteit.”