Koninklijk Huis

Boerenschuur boordevol borden

Onverwacht staan bezoekers oog in oog met prins Willem van Oranje, prins Maurits en koningin Beatrix. Op de schouw van Oranjemuseum Het Nieuwe Haghuis zijn drie Oranjes afgebeeld. In een boerenschuur boordevol borden.

10 November 2006 13:22Gewijzigd op 14 November 2020 04:16
Boer en beheerder Herman Veltman toont het pronkstuk van het Oranjemuseum in Diepenheim. Op een tegeltableau van Makkummer aardewerk staan drie Oranjes: prins Willem van Oranje, prins Maurits en koningin Beatrix. Foto’s RD
Boer en beheerder Herman Veltman toont het pronkstuk van het Oranjemuseum in Diepenheim. Op een tegeltableau van Makkummer aardewerk staan drie Oranjes: prins Willem van Oranje, prins Maurits en koningin Beatrix. Foto’s RD

Nederland telt vier Oranjemusea. Liefhebbers kunnen behalve in Apeldoorn, Buren en ’s-Gravendeel sinds kort ook terecht in een nieuw Twents Oranjemuseum in Diepenheim.Beheerder Herman Veltman windt tijdens een rondleiding even de Friese stoeltjesklok op naast de haard in de ontvangstruimte van het museum. Het tableau met de drie Oranjes op de schouw is speciaal voor het museum ontworpen door tegelbakkerij Koninklijke Tichelaar uit het Friese Makkum. Onder de afbeelding van Willem van Oranje staat zijn lijfspreuk: ”Ce sera moi Nassau” - Ik ben een Nassau. Aan de bovenkant prijkt het bekende ”Je maintiendrai”.

Links en rechts van de schouw zijn twee historische haardstenen van Bentheimer zandsteen ingemetseld. „De stenen stonden bij ons in de tuin”, vertelt Veltman. „We hebben ze in Nordhorn laten restaureren en vervolgens een plaats gegeven in de schouw.” De haardpartij hoort volgens hem mooi te zijn. „Daar werden vroeger de verhalen verteld.”

Het nieuwe Oranjemuseum staat op historische grond. „Prins Maurits heeft hier in oktober 1597 drie, vier dagen doorgebracht tijdens zijn veldtocht om het oostelijke deel van de Nederlanden te bevrijden van de Spanjaarden. Nadat hij Groenlo en Bredevoort had veroverd, trok het leger van de prins richting Twente om de sterke Spaanse bolwerken Oldenzaal en Lingen in te nemen.”

Voor de beslissende aanval bivakkeerden de prins en zijn manschappen enkele dagen in Diepenheim. Een bisschoppelijke boerderij waar ze niet welkom waren, ging in vlammen op. „Op deze boerderij heeft Maurits de rooms-katholieke Twentenaren opgeroepen over te gaan tot de leer van de Reformatie”, vertelt Veltman.

Ingepeperd
De bewoners van erve Het Nieuwe Haghuis hebben in de loop der jaren een indrukwekkende hoeveelheid schilderijen, borden en wandkleden over de Oranjes verzameld. Sinds kort is deze privéverzameling ondergebracht in een stichting die sinds september het Oranjemuseum exploiteert. „Daarmee blijft de collectie voor het nageslacht behouden”, legt de „super-Oranjegezinde” verzamelaar uit. „Liefde voor het koningshuis is me van jongs af ingepeperd.”

Het museum is gehuisvest in een authentieke Saksische boerenschuur, naast de uit 1912 daterende monumentale hoeve Het Nieuwe Haghuis. „We hebben de schuur tot op de grond toe afgebroken en hem op een nieuwe fundering weer geheel in oude staat opgebouwd”, vertelt boer en beheerder Veltman. „Dat was nodig om problemen met optrekkend vocht te voorkomen.” Het hout van de gebinten, zolderingen en spanten is afkomstig van de houtzagerij van Kasteel Twickel bij Delden.

Het Nieuwe Haghuis telt een unieke collectie van zo’n 800 verschillende herdenkingsborden. „Alle borden bevinden zich in uitstekende staat. Van eentje is ergens een klein hoekje af.” De stichting heeft onlangs 600 borden aangekocht van het Oranje Herdenkingsborden Museum in Lochem. Hoeveel de aankoop heeft gekost, wil Veltman niet kwijt.

In de expositieruimte van het museum heeft ongeveer elke Oranje zijn eigen vitrine met borden. Van oud naar jong. Het oudste bord dateert uit 1780. Daarop staat een afbeelding van stadhouder Willem V en Wilhelmina van Pruisen. ”Gehoont, gesmaat, gesart”, staat erop geschilderd.

Verschillende bedrijven in Nederland vervaardigden decennialang porseleinen borden. Daarvan is als een van de weinige de Porceleyne Fles in Delft nog over. Van elke serie ging het eerste exemplaar naar het Koninklijk Huis. „Wij hebben twee borden met nummer 2.” Een speciale vitrine herinnert aan oorlog en Bevrijding. ”Het juk is van de hals gegaan. God lof! Wij zijn geen slaven meer”.

Butler
Voor in de expositieruimte staat met rood fluweel bekleden stoelen om een antieke tafel. „Met Kerst dekken wij de tafel met koninklijk servies”, vertelt Veltman. „De butler van Kasteel Warmelo in Diepenheim, waar ooit prinses Armgard, de moeder van prins Bernhard woonde, neemt het dekken van de tafel op zich.” Het museum wil het hele jaar door met thematische tentoonstellingen aansluiten op de actualiteit. Na de kersttafel organiseert Veltman een expositie rond de veertigste verjaardag van prins Willem-Alexander.

Het museum etaleert verder borduurdoeken, schilderijen, foto’s en boeken. Aan de wand hangt een ingelijste christelijke scheurkalender uit 1882. Op enkele prenten in steendruk staat de complete stoet tijdens de inhuldiging van koningin Wilhelmina op 6 september 1898 afgebeeld. Een andere steendrukprent toont de uitvaart van Willem III op 5 december 1890. Op een flatscreen zijn verschillende films over het koningshuis te bekijken.

De tuin wacht nog op aankleding. De stichting wil diverse bomen, struiken en bloemen planten die allemaal een link hebben met het koningshuis. Narcissen bijvoorbeeld die vernoemd zijn naar een lid van het Koninklijk Huis.

De bouw van het museum kostte 521.000 euro. De Europese Unie betaalt hier 40 procent van in het kader van een project voor plattelandsvernieuwing. Gemeente en provincie leggen 15 procent op tafel, terwijl verschillende fondsen 20 procent bijdragen. Vrijwilligers nemen de rest voor hun rekening. Inclusief bijkomende kosten voor inrichting en aankopen is de museumstichting in totaal 700.000 euro kwijt.

Twents antiek
Om aantrekkelijk te zijn voor een breder publiek, exposeert het Oranjemuseum ook over de cultuurhistorie van Diepenheim. Op verschillende plekken zijn Twents antiek, traditionele knipmutsen en oude staartklokken te bewonderen. Boven is een Twentse kamer ingericht. Op de begane grond staat een prachtig wortelhouten kabinet met fraai gevouwen linnengoed. In de hoek staat een burgemeestersstoel uit 1888, tegen de wand prijkt een eiken herenkabinet. Met inhoud.

Het museum is het gehele jaar geopend op dinsdag-, donderdag- en zaterdagmiddag van 13.00 tot 17.00 uur. Voor groepen ook op andere dagen op afspraak, tel. 0547-351239.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer