Speuren naar gereformeerde depressie
GOUDA - Op een symposium van Eleos discussieerden deskundigen en belangstellenden donderdagmiddag over de relatie tussen geloof en psychiatrie. Bevindelijk gereformeerden lijken bij een depressie andere klachten te uiten dan patiënten zonder kerkelijke achtergrond.
Volgens wie van u bestaat er een gereformeerde depressie? Twee keer stelde psychiater in opleiding A. A. de Lely die vraag in een zaal vol vakgenoten; in beide gevallen stak een meerderheid de vinger omhoog.„De vraag was dus niet zozeer of de bevindelijk gereformeerde leer depressief maakt en ook niet of bevindelijk gereformeerden vaker depressief zijn dan anderen”, zegt De Lely, die zelf behoort tot de gereformeerde gezindte. „Wat ik mij afvroeg, was of een depressieve patiënt die behoort tot de gereformeerde gezindte zijn klachten anders ervaart en verwoordt dan een patiënt met een depressie die niet kerkelijk is.”
Zijn contacten bij Eleos, waar hij na zijn opleiding aan de slag gaat als psychiater, en zijn werkervaring bij diverse ggz-instellingen in de regio Rotterdam boden De Lely de mogelijkheid depressieve patiënten mét en zonder kerkelijke achtergrond met elkaar te vergelijken. Van 52 patiënten met een depressieve stoornis, van wie er 33 behoorden tot de gereformeerde gezindte, legde hij tot dusver de gegevens naast elkaar.
Op een symposium dat Eleos donderdag in Gouda belegde, presenteerde de psychiater in opleiding zijn voorlopige bevindingen. Zijn conclusie: onder het voorbehoud dat de groep onderzochte patiënten beperkt is, zijn er aanwijzingen dat er zoiets als een gereformeerde depressie bestaat.
De Lely: „Van tevoren veronderstelde ik dat depressieve patiënten uit onze kring bij de dokter vooral de gedachten die bij deze stoornis horen en de lichamelijke klachten zouden benadrukken. Het gaat dan bijvoorbeeld om ideeën van schuld en waardeloosheid en in het geval van lichamelijke klachten om vermoeidheid en verlies van gewicht.
De zorg voor het lichaam staat bij ons immers best hoog aangeschreven. Termen als schuld en waardeloosheid stemmen daarnaast enigszins overeen met de opvatting dat de mens het onwaardig is dat God naar hem omziet, of dat het schepsel door de zondeval van zijn waardigheid is beroofd.
Van de twee kernsymptomen van een depressie, de sombere stemming en de vermindering van het vermogen om te kunnen genieten, verwachtte ik juist dat ze die minder sterk zouden benoemen. Een wat sombere gemoedstoestand sluit immers aan bij de opvatting dat een christen zijn troost niet heeft te zoeken in het hier en nu.
Kijk je naar de uitkomsten, dan blijken bevindelijk gereformeerde patiënten de klachten ”minder genieten” en ”sombere stemming” inderdaad minder sterk naar voren te brengen. Hetzelfde geldt overigens voor suïcidaliteit.
Daarnaast hebben zij ten opzichte van niet-kerkelijke patiënten met een depressie vaker last van gewichtsverlies, zijn ze meer teleurgesteld in zichzelf en voelen ze zich sneller schuldig. Tegelijkertijd geven ze aan belangstelling voor anderen te houden en gaan ze toch door met hun werk.”
Wat zijn onderzoek voor de hulpverleningspraktijk betekent? De Lely: „Als je de verlaagde stemming van de onderzochte patiënten zou kunnen meten door een thermometer in hun oor te steken, zijn de uitslagen gelijk. Doordat bevindelijk gereformeerde patiënten hun depressieve klachten anders uiten, bestaat echter de kans dat een hulpverlener op het verkeerde been wordt gezet. Een depressieve patiënt kan bepaalde lichamelijke klachten zo benadrukken dat de diagnose de verkeerde kant uitgaat en de arts de depressie mist.”
Hoewel hij het niet expliciet heeft onderzocht, zou het De Lely niet verbazen als in de gereformeerde gezindte sprake is van verborgen depressies. „Zo kan ik mij voorstellen dat een hulpverlener bij een patiënt die klaagt over pijn en vermoeidheid aan een somatoforme stoornis denkt. Bij een dergelijke aandoening is er sprake van een keur aan lichamelijke klachten, zonder aantoonbare, duidelijke oorzaak. Vermoeidheid, pijn en zeker klachten als een verminderde eetlust en gewichtsverlies kunnen echter heel goed symptomen zijn van een depressie, zonder dat de patiënt over somberheid en het onvermogen om te genieten klaagt.”
Zolang de diagnose niet wordt gesteld, bestaat het risico dat patiënten zichzelf iets kwalijk nemen of verwijten van anderen krijgen, zegt De Lely. „De beperkingen kunnen echter verklaarbaar zijn vanuit een depressie, die goed behandelbaar is. Het is dus zaak zeker bij de gereformeerde gezindte de diagnose depressie goed in het achterhoofd te houden. Dat kan een hoop ellende en spanningen voorkomen.”