Al in mei zou de rechtbank in Arnhem uitspraak doen na eenzelfde eis in de zaak van A.G… G. stelt echter anders dan de aanklager dat hij nooit met opzet de ruit van de trein wilde ingooien maar dat hij de steen achteloos had geworpen. Doordat hij onder invloed van cocaïne was, ging dat nogal hard. De rechters besloten dat een kijkje op de plek des onheils nodig was voor een goed beeld van de situatie, en stelden de uitspraak uit. De rechtbank komt nu tot ’baldadige opzet’.In augustus bezochten de rechters de spoorwegovergang bij het schoolplein in Ede waar het drietal drugs had gebruikt en G. later de steen gooide. G. heeft ook aan de onderzoekers moeten voordoen hoe hard hij kon gooien. Maandag hoorde de rechtbank bovendien nog twee van de drie vrienden als getuige, die er destijds bij waren. Zij verklaarden nogal verschillend over de afstand tot het spoor waar G. stond toen hij gooide. Ook wisten zij niet meer precies hoe hij gooide.

De officier van justitie maakte wel uit de getuigenverklaringen op dat de vrienden vooraf al dachten dat G. op de trein wilde mikken. De advocaat van G. vond de getuigenverklaringen echter niet betrouwbaar genoeg als bewijs. Bovendien speelde wat hem betreft impulsiviteit een grote rol bij zijn cliënt als gevolg van adhd, waardoor de worp hem minder aan te rekenen zou zijn.

Uitspraak verwacht op 21 november.