„Kamer te aardig voor schuldenaar”
DEN HAAG - Minister Hirsch Ballin van Justitie botst met de Tweede Kamer over mensen die zich te diep in de schulden hebben gestoken. De Tweede Kamer wil, nadat de rechter de vorderingen van schuldeisers heeft toegewezen, de schuldenaars een tweede kans bieden om schoon schip te maken.
VVD-Tweede Kamerlid Weekers heeft steun van PvdA en CDA voor een wetswijziging van deze strekking, waarover dinsdag gestemd zou worden. Hirsch Ballin ontraadt het amendement met klem en wil een spoedadvies van de Raad van State, voordat de Kamer gaat stemmen over een wijziging van de faillissementswet.Het amendement moet voorkomen dat mensen gedwongen het huis worden uitgezet, afgesneden worden van gas, water en licht, geen zorgverzekering meer hebben of dat beslag wordt gelegd op loon of vermogen.
Als de schuldenaar in zee gaat met een gemeentelijke Kredietbank en meewerkt aan een „traject” om de schulden te saneren, zouden de schuldeisers in een periode die maximaal een halfjaar kan duren hun vordering niet kunnen opeisen.
Volgens Hirsch Ballin zijn deze „beperkingen voor schuldeisers zeer bezwaarlijk.” Er wordt geen bewindvoerder benoemd die het beheer over het vermogen van de schuldenaar overneemt. De schuldenaar kan naar eigen inzicht uitgaven blijven doen, schulden betalen en zelfs schulden blijven maken, aldus de minister.
Zonder toezicht op de schuldenaar of blokkade van post bestaat geen zicht op de omstandigheden en het eventueel ontbreken van goede trouw bij de schuldenaar, aldus Hirsch Ballin.
Weekers stelt daar tegenover dat schuldenaars door zijn amendement niet zo maar „een lange neus kunnen maken naar de schuldeisers” en dat bij het ontbreken van goede trouw de schuldeisers hun rechten kunnen doen gelden.
Uit een rapport dat onderzoeks- en adviesbureau KWIZ maandag uitbracht, blijkt dat het aantal noorderlingen in de schuldhulpverlening hoger is dan het gemiddelde in Nederland. Bovendien ligt het gemiddelde schuldbedrag hoger en hebben de schuldenaren meer schuldeisers.
Volgens het bureau komt dit door het lage inkomensniveau in Noord-Nederland. Ook wat betreft de arbeidsparticipatie scoren de drie noordelijke provincies slecht.
Onder de schuldenaren in het noorden bevinden zich vooral alleenstaanden, terwijl het gebied relatief niet meer singles kent dan de rest van het land. Ook is het aantal jonge schuldenaren hoger, terwijl in de drie noordelijke provincies juist meer ouderen wonen.