Tegelijkertijd daalt het begrip van de inwoners voor de buitenlandse militairen, omdat er nogal wat Afghaanse burgers slachtoffer zijn geworden van bombardementen, concludeert Arnold Karskens. Hij verbleef in Afghanistan als enige Nederlandse verslaggever niet onder de vleugels van Defensie. Tv-programma Zembla zond zijn verslag daarover zondag uit.Van wederopbouw in het gebied, de missie van de Nederlanders, komt volgens hem niet veel terecht. De Nederlandse militairen zijn volgens hem vooral bezig met hun eigen veiligheid. Karskens baseert zich op gesprekken met Afghaanse politiemensen, bestuurders en inwoners.

De politie en gouverneur Munib beschikken volgens Karskens over weinig en slechte wapens en staan daardoor machteloos tegenover de extremistische moslimstrijders. Die verzamelen zich op verschillende locaties waar geen buitenstaanders durven te komen, ook geen buitenlandse militairen, meldden de burgers bij de Nederlandse verslaggever.

Karskens stelt dat de weg tussen de stad Kandahar, in de gelijknamige provincie, en de hoofdstad Tarin Kowt in Uruzgan deze zomer al veel gevaarlijker was dan begin dit jaar. Hij legde zelf de route af onder begeleiding van ongeveer 200 Afghanen die zijn konvooi wilden beschermen. Karskens raamde dat 80 procent van Uruzgan in handen van de taliban is. Burgers hebben weinig hoop dat de Nederlanders iets zullen uitrichten in deze situatie, omdat het hen alleen draait om de eigen veiligheid.

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie herkent zich niet in het beeld dat Karskens schetst. „Zijn mening doet ertoe; hij is er geweest. Maar zijn bewering doet geen recht aan het werk dat de 1400 Nederlanders daar doen.” Onderdeel daarvan is de Afghaanse politie te trainen en te ondersteunen, zodat ze hun eigen werk kunnen doen.

Ook wijst de woordvoerder erop dat de Nederlandse militairen pas op 1 augustus het commando in Uruzgan overnamen. Veel acties waar de burgers het over hebben, slaan op de Amerikaanse troepen die daar voorheen met de Operation Enduring Freedom bezig waren. „Karskens sloot zijn reis op 22 september af, dus dat er van de wederopbouw niets terechtkomt, is na anderhalve maand wel heel snel geredeneerd.” Volgens hem zijn er inmiddels 170 projecten in gang gezet in de districten rond Tarin Kowt en Deh Rawod, waar de twee Nederlandse bases zitten.