Binnenland

Historicus maakt eind aan emigratiefabels

MIDDELBURG - Rigoureus zijn de laatste tijd historische kerken van de Nederlandse kolonisten in Noord-Amerika met de grond gelijkgemaakt. Ze maken plaats voor moderne godshuizen met ruime vergaderzalen. En zo verdwijnen langzaam de laatste gezichtsbepalende herinneringen van een veelbewogen geschiedenis uit het Amerikaanse straatbeeld.

Gert Janssen
20 October 2006 10:38Gewijzigd op 14 November 2020 04:12
MIDDELBURG – Historicus dr. Hans Krabbendam: „De kolonisten waren geen achterlijke orthodoxe gelovigen, noch religieuze helden.” Foto RD
MIDDELBURG – Historicus dr. Hans Krabbendam: „De kolonisten waren geen achterlijke orthodoxe gelovigen, noch religieuze helden.” Foto RD

Honderden schrijvers hebben zich al zo’n anderhalve eeuw lang gebogen over een van de meest intrigerende historische gebeurtenissen die ons land verbinden met Amerika: de zoektocht van enkele honderdduizenden landgenoten naar een beter bestaan aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.De jongste studie van dr. Hans Krabbendam naar dit fenomeen mag echter met recht een pronkjuweel genoemd worden, waarin tal van misverstanden over de emigratiedrang definitief naar het rijk der fabelen worden verwezen. Eind deze maand ligt ”Vrijheid in het verschiet” in de boekhandel.

Krabbendam (42) is wetenschappelijk medewerker aan het Roosevelt Study Center in Middelburg en studeerde geschiedenis aan onder meer de Kent State University in Ohio (VS). Daar werd voor het eerst zijn interesse gewekt voor de emigratie van Nederlanders naar Amerika door de jaren heen. Vier jaar geleden ging de Zeeuwse doctor serieus aan de slag. Resultaat is een compleet verhaal van de Nederlandse emigratie naar Amerika in de jaren 1840-1940.

Eigenlijk zijn er in die periode van honderd jaar helemaal niet zo veel Nederlanders naar de VS vertrokken, concludeert Krabbendam. „Het zijn er maar een kwart miljoen geweest. Hoe is het dan toch mogelijk dat zij er een levendige subcultuur wisten te realiseren? Dat alleen kerkelijke factoren hierbij een rol hebben gespeeld, was voor mij een te gemakkelijke verklaring.”

De wetenschapper kwam tot de ontdekking dat de emigrantenverenigingen in met name de jaren 40 van de 19e eeuw al een uitgebreid plan klaar hadden liggen over hoe de nieuwe samenleving er uit zou moeten zien. Naast een samenhang (van alleen protestanten) zou er ook sprake moeten zijn van een diversiteit aan ambachten.

Wat volgens Krabbendam de kolonisatie tot een succes maakte, was de houding van de emigranten. „Ze waren theologisch niet echt conservatief, in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt, en ze wilden ook echt Amerikaan zijn. Niet voor niets werden er direct Engelse Bijbels aangeschaft. Hun eigen taal was niet heilig. Ze stonden daardoor veel flexibeler in de maatschappij dan bijvoorbeeld de Amish.”

Al direct ontstond er onderling ook een vorm van competitie tussen de volgelingen van de afgescheiden ds. Hendrik Pieter Scholte (Pella, Ohio) en die van zijn geloofsbroeder ds. Albertus van Raalte (Holland, Michigan). „Onder de potentiële emigranten werd het eigen product flink aangeprezen en die van de ander laatdunkend bejegend.”

Tegelijkertijd werd er in Nederland door medegeloofsgenoten flink gewaarschuwd tegen de avonturen in het nieuwe land, zoals Simon van Velzen, maar ook door Groen van Prinsterer en ds. Otto Heldring.

Ook aan andere fabels maakt Krabbendam een eind. „Er was geen sprake van dat de afgescheidenen vertrokken omdat ze vervolgd werden, hoewel ze rond 1847 nog steeds gezien werden als tweederangs burgers. Economische motieven om te vertrekken speelden een veel grotere rol. In absolute getallen emigreerden ook meer hervormden (tweederde) dan afgescheidenen. Het ging de mensen met name om de economische vrijheid die ze in Amerika te wachten stond. De belastingen die ze daar betaalden bijvoorbeeld kwamen ten goede aan de eigen gemeenschap.”

„Samenvattend zou je kunnen zeggen dat de kolonisten geen achterlijke orthodoxe gelovigen waren, noch religieuze helden. Ze leefden niet geïsoleerd en slechts een klein deel was arm. Emigratie vond vooral in gezinsverband plaats en ook dat was bijzonder vergeleken met andere Europese landen. Opmerkelijk zijn eveneens de intensieve contacten met het moederland. Per jaar werden er 1 miljoen brieven naar Nederland verstuurd en evenveel ontvangen. De kolonisten bleven door het lezen van Nederlandse kranten ook op de hoogte van het nieuws. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat Nederland deze netwerken nooit heeft gebruikt voor het op gang brengen van de export naar Amerika.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer