Siebelink vergroot in boek dingen uit
In het boek ”Knielen op een bed violen” schetst de schrijver Jan Siebelink het leven in de kringen rond ds. J. P. Paauwe. Hij vergroot daarbij dingen echter uit, zei ds. J. Harteman vrijdag tijdens een avond van de Kom Ook-groep. Een samenvatting van zijn lezing.
Als student kwam ik in aanraking met gelovige mensen van wie sommigen met voorkeur kerkten en anderen het kerkgebouw meden. Ze spraken heel vaak over dr. H. F. Kohlbrugge en ds. J. P. Paauwe. Mij viel in de ontmoetingen met hen op dat zij de Bijbel goed kenden, boeken over het geloof lazen en daarbij met een zeker elan maar ook met een bepaalde stelligheid meenden dat iedereen voor zijn redding persoonlijk moest weten door het geloof met Christus verenigd te zijn.De gesprekken en ontmoetingen met genoemde personen inspireerden mij tot een oriëntatie op de preken van ds. J. P. Paauwe. In het gedachtegoed van ds. Paauwe zag ik het reformatorisch erfgoed van „de rechtvaardiging van de goddeloze” verwoord en ik constateerde bij hem zuiver reformatorische elementen. Daarna hield ik mij regelmatig bezig met de leeropvattingen van ds. Paauwe.
Het boek ”Knielen op een bed violen” is een veel gelezen en besproken boek. Ook door niet-religieuze mensen. Ik hoop dat zij door het lezen niet gaan zeggen: „Ik heb altijd al geweten dat gelovige mensen vreemde lui zijn. Ik ben blij dat ik niet bij hen hoor.”
Kerkgangers lezen zijn boek met als hoofdpersoon iemand die nadrukkelijk met de kerk breekt. De reacties van ouderen op het boek komen in het algemeen overeen. De meesten vinden de gang van de hoofdpersoon eigenaardig en kunnen zich niet aansluiten bij zijn opvattingen. Maar het boek houdt ons wel vast.
Onder de ouderen waren er die de sfeer van de gezelschappen herkenden. Het boek riep bij hen beklemmende gevoelens op van een moeilijk examen. Vooral hadden ze een grote weerzin tegen het op een overdreven manier controleren van de geloofsuitingen.
Het is buiten kijf dat ”Knielen op een bed violen” behoort tot de werken met een hoog literair gehalte. Bij goede literatuur kan en mag de lezer zelf interpretatieaccenten plaatsen. Vandaar al die verschillende reacties.
Mystiek
Ik heb begrepen dat de zoektocht van Hans Sievez, de hoofdpersoon van het boek, een deel van Siebelink zelf is. Hij wil zijn extase (geestvervoering) meemaken. Siebelink is op zoek naar een mystieke ervaring. Ik heb eerder ook bij anderen die uit de kring van de paauweanen komen die neiging opgemerkt. Men kijkt uit naar een speciale openbaring van God.
Nu ontken ik niet dat de Heere op een wonderlijke manier ons kan vloeren en Zich op een buitengewone wijze aan ons kan bekendmaken om een wending in ons leven te geven. Maar het is niet de normale weg van de Heilige Geest. Bovendien kunnen we in ons leven een verandering ondergaan en toch onveranderd blijven. Elke verandering is nog geen vernieuwing. Daarom mogen wij van een uitzondering geen vaste regel maken. De Geest werkt door het Woord.
Het is mogelijk dat iemand bij het zoeken van God meent dat er eerst iets met hem of haar moet gebeuren voordat God het Woord tot hem of haar richt. Wat doet zo iemand? Zo iemand degradeert en verwaarloost het Woord van God en geeft voorrang aan een aparte ervaring en doet ondertussen niets met de uitnodiging van het Evangelie. Deze verschuiving van het Woord naar een spectaculaire belevenis van de tegenwoordigheid van God wijs ik af. Om God te kennen is het niet nodig om door een of andere ervaring eerst een aanknopingspunt voor Hem te hebben. Onze verlossing is dan geen genade meer, maar is gebaseerd op iets in ons. Volgens mij veranderen we hiermee de inhoud van het Evangelie. Ben je op zoek naar God? Heel de Bijbel is een openbaring van God.
Vuur
Typerend voor de prediking van ds. Paauwe is dat hij heel ruim het Evangelie heeft verkondigd. Op dit punt gaf hij geen krimp. Volgens hem biedt God aan ieder mens die binnen het bereik van Zijn Woord gekomen is, de Heere Jezus aan. Paauwe zei eens het volgende: „En al was de gehele wereld hier, dan zou aan de gehele wereld Jezus Christus worden aangeboden.” We kunnen zeggen dat Paauwe met het brengen van het Evangelie zijn hoorders het vuur na aan de schenen heeft gelegd. Het verwerpen van Jezus Christus vindt hij de zwaarste zonde.
In het boek van Siebelink komt bij de oefenaars de ruimte van het Evangelie helaas niet uit de verf. Zij houden eigenlijk Hans Sievez bij Christus vandaan. Wij kunnen zuinig met het Evangelie omgaan door het te beperken en niet royaal Jezus Christus aan iedereen aan te bieden. Span toch geen schrik- of prikkeldraad om Jezus heen! Niemand kan zeggen dat het Evangelie voor hem of haar niet bestemd is. Het Evangelie is een kracht Gods voor eenieder die gelooft.
Het komt op persoonlijk geloof aan. Op de vereniging met Christus door het geloof. Wie de preken van Paauwe kent, weet dat hij dit noodzakelijk vindt en meent hiermee de Schrift na te spreken en een vertolker te zijn van de leer van de Reformatie. Zijn prediking is samen te vatten met 1 Johannes 5:2: „Die de Zoon heeft, die heeft het leven; die de Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet.”
Het bezwaar van Paauwe is dat men in de kerken in plaats van op de rechtvaardiging door het geloof meer de nadruk legt op allerlei kenmerken van de uitverkorenen. Ik denk dat Paauwe hier een punt heeft. Met zijn geloofsvisie is niets mis. Het geloof is inderdaad rechtvaardigend van karakter. Het kleinste geloof geeft zekerheid.
Zondag 7 van de Heidelbergse Catechismus bespreekt het echte geloof. Het echte geloof is het zaligmakend geloof. Want het verbindt met de Zaligmaker. Een geloof zonder vertrouwen op de Heere Jezus is een innerlijke tegenspraak. Eigenlijk is de boodschap van zondag 7 kort en duidelijk: niemand kan zalig worden zonder het geloof in de Heere Jezus Christus. Het hoofdaccent valt op de zekerheid. Het geloof is een verzekerd geloof. Het is geen dode zekerheid. We hebben het geloof nooit in de zak. Een dode zekerheid is een zekerheid zonder een geloofsband met de Heere Jezus. Wel is het geloof in de ene christen groter en sterker en in de andere kleiner en zwakker. De zekerheid hoort dus tot het wezen van het geloof en is niet een vrucht van het geloof. Deze opvatting stemt overeen met het standpunt van de reformatoren. Calvijn en Luther houden vast dat het geloof zeker is van Christus.
Punt des tijds
De rechtvaardiging door het geloof krijgt in het boek een bijzondere aandacht. Op een boerendeel in Lunteren wordt Hans Sievez de proef op de som afgenomen. Deze gebeurtenis van de vierschaarbeleving is weliswaar uitvergroot, maar daarachter ligt wel de visie die in de kringen van Paauwe wordt aangehangen. Paauwe geeft wat de vierschaarbeleving betreft een origineel geluid dat aan het eind van zijn leven steeds meer aandacht krijgt. Het is ook een uitgesproken visie, waarvan hij geen tegenspraak accepteert. De rechtvaardiging wordt door hem geconcentreerd en geïsoleerd tot het beleefde moment. Het heet de ”punt des tijds”. Siebelink spreekt erover in zijn boek. Dit is het moment dat de mens bewust overgaat in Christus. Het beleefde moment van de vrijspraak staat centraal. Voor Paauwe telt elke religieuze ervaring en uitredding buiten Christus niet mee. Bevinding zonder de geloofsvereniging met Christus is bedrog.
Persoonlijk vind ik de rechtvaardiging bij Paauwe eenzijdig en te absoluut. We moeten oppassen dat de vierschaarbeleving een systeem wordt met een chronologische of psychologische orde. Het is Bijbels te zeggen dat we alleen door een waar geloof in Jezus Christus rechtvaardig voor God zijn. Naar mijn mening is de Bijbelse rechtvaardiging breder dan Paauwe leert. Wat hem in de punt des tijds persoonlijk is overkomen, eist hij ook van anderen. Onder Gods kinderen zijn er die datum en tijd van hun bekering kunnen noemen, maar wij mogen er geen vaststaand model van maken. De Heilige Geest kan eerder in ons werkzaam zijn dan we zelf merken.
Kerk
In de roman van Siebelink komt de hoofdpersoon in de ban van opvattingen van personen die de Hervormde Kerk hebben afgeschreven. Het is heel bizar. Oefenaars met vreemde gedragingen en een ongezond geestelijk leven gaan zijn leven enorm beïnvloeden. Zij krijgen een macht over hem die hij niet kan weerstaan. Na zijn Godservaring is de kerkgang definitief van de baan. Gezelschappen nemen de plaats van de kerk in. Het is schokkend te lezen hoe iemand beïnvloed kan worden door een extreme godsdienstige overtuiging en er alles voor aan de kant zet. Het lijkt wel een betovering. De benadering van de predikers stoot af. Het huwelijk komt in gedrang. Het gezin wordt uit elkaar gedreven. Het is tragisch dat zijn vrouw en kinderen de dupe zijn van de keus van hun man en vader.
Het niet meer naar de kerk gaan en thuis een preek lezen, is kenmerkend voor de paauweanen. Paauwe liet geen spaan van de kerk heel en was het met geen predikant eens. Hij vond dat in 1816 de Nederlandse Hervormde Kerk al een valse kerk was geworden vanwege de ruimte voor allerlei wind van leer. De zuivere leer was volgens hem ook niet in de afgescheiden kerken te vinden. Paauwe nam in zijn uitspraak nooit meer een voet in de kerk te zetten een grote verantwoordelijkheid op zich. Zijn oordeel over de Nederlandse Hervormde Kerk en de afgescheiden kerken is erg rigoureus en aanmatigend. Hij heeft hiermee het thuislezen gelegitimeerd en bevorderd. Tot op deze dag heeft Paauwe mensen vervreemd van de bediening van het Woord en de sacramenten. Ik betreur dit. Ik kan niet achter de oproep staan om in vervreemding van het Woord en de sacramenten te gaan leven.
Wonder
De centrale boodschap van de Bijbel en het hoofdthema van de Reformatie is de rechtvaardiging van de goddeloze. God verklaart ons in Christus alleen uit genade zonder enige verdienste van onze kant rechtvaardig. In het rechtvaardig verklaren van zondaren proeven we de onpeilbare liefde van God voor het verlorene. We staan voor het wonder van alle wonderen. God heeft Zijn Zoon gezonden om te sterven voor goddelozen, voor zondaren, voor vijanden. In het bloed van Christus en in Zijn gerechtigheid is redding voor de grootste zondaar.
De kerk wordt altijd van twee kanten bedreigd. Enerzijds door verwereldlijking die tot wetteloosheid leidt. Anderzijds door religieus fanatisme dat voor religieuze verdwaasdheid zorgt. Siebelink brengt ons in aanraking met religieuze mensen waarbij God op afstand blijft, in onzekerheid en angst dompelt en die zelfs aan mensen in doodsstrijd geen vrede schenkt, ondanks de extase.
De auteur is predikant in Huizen en heeft zich verdiept in de leer van ds. Paauwe en zijn navolgelingen.