Minister tegen meer mediaopvoeding
DEN HAAG - Minister Van der Hoeven van Onderwijs negeert de wens van de Tweede Kamer om een media-expertisecentrum op te zetten.
De bewindsvrouw wil ook geen extra initiatieven nemen om media-educatie op scholen uit te breiden, schrijft ze in een notitie over mediawijsheid die ze deze week naar de Tweede Kamer stuurde.De Tweede Kamer vroeg een maand geleden om de oprichting van een media-expertisecentrum, dat ouders, kinderen en scholen toerust voor omgang met moderne media. Dit centrum zou ook verantwoordelijkheid kunnen krijgen voor versterking van media-educatie op scholen, zo dacht de Kamer.
Van der Hoeven gaat de nadruk leggen op „kennis en samenwerking, niet door het instellen van een apart instituut, maar door het versterken van netwerken.” Ze wil bijvoorbeeld een bestaand initiatief van de stichting Kennisnet Ict op School over internetgebruik meer zichtbaar maken voor onderwijs en ouders.
Ook extra initiatieven voor media-educatie op scholen vindt de minister niet nodig. Volgens haar hebben scholen voldoende ruimte en mogelijkheden om onderwijs te geven over omgang met moderne media.
De vraag naar meer media-educatie had de Kamer uitgesproken door aanvaarding van een motie van ChristenUnie-Kamerlid Slob.
Verder twijfelt Van der Hoeven of er een plan van aanpak moet komen om jongeren te beschermen tegen geweld en seks via internet. De Kamer legde die wens een maand geleden bij de bewindsvrouw neer door een motie van het CDA-Kamerlid Atsma te aanvaarden. De Kamer denkt onder meer aan meer verantwoordelijkheid voor providers, elektronische sleutels en internationale afspraken.
Volgens Van der Hoeven zijn er reeds verschillende initiatieven om jongeren te beschermen tegen kwalijke elementen van internet. Bovendien wil ze de resultaten afwachten van een congres over mediawijsheid dat in Amsterdam werd gehouden. Over het onderwerp veiligheid op internet is daar echter nauwelijks gesproken.
Tevens schrijft de minister in haar notitie dat de audiovisuele branche binnen een jaar een systeem zal ontwikkelen dat aangeeft of films, video’s en spelletjes geschikt zijn voor een bepaalde leeftijdscategorie. Nu is er ook al een classificatiesysteem, maar dat geeft alleen aan of iets schadelijk is voor een bepaalde leeftijd. De Kamer vroeg om deze aanscherping door een motie van SGP-Kamerlid Van der Vlies te aanvaarden.
Van der Hoeven wijst erop dat het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (Nicam) bezig is om zo’n systeem, dat de geschiktheid aangeeft, te ontwikkelen. Dat moet voor de zomer gereed zijn.