Buitenland

Krekelzang in een Kretenzer dorp

STAVROCHORI - Stavrochori, een authentiek Kretenzer dorpje op 8 kilometer vanaf de zee gelegen. Tweelingdorp van de hedendaagse nederzetting aan de kust, Koutsouras. Jaren geleden, zegt men, woonden er wel meer dan duizend mensen in Stavrochori. Nu telt het dorp slechts 131 inwoners, van wie 90 bejaard of hoogbejaard. Een voorbeeld van de leegloop van het Europese platteland.

Marie van Beijnum
10 October 2006 11:53Gewijzigd op 14 November 2020 04:11

Er bestond vroeger weinig noodzaak het dorp van je geboorte te verlaten voor een leven aan de kust, in een van de steden, of in het buitenland. Mannen werkten hard in de olijventeelt. Stavrochori kon en kan nog in eigen behoefte voorzien. Olijven, kruiden, tomaten, geiten voor de kaas.Meestal is de entree van een dorp veelbelovend. Bij Stavrochori kun je dat gerust vergeten. Als je de lange en bochtige weg erheen hebt genomen, zie je het witte dorp van veraf liggen. De kerk in het midden domineert. Eerst zijn het veeschuren en allerlei vage bouwsels die Stavrochori markeren, het stinkt naar mest en de leegstand van nogal wat huizen valt op. In het vroege ochtendlicht is er in het dorp geen kip te bekennen. Wel staan er voor sommige huizen eigentijdse auto’s geparkeerd. Een in het zwart gekleed vrouwtje veegt de stoep en groet. Rode geraniums puilen uit de vensterbanken. Het begint al aardig warm te worden.

De weg naar boven voert naar een kennelijk beter onderhouden deel van Stavrochori. De straten en stegen lopen op en voeren als een labyrint naar de plakita, een plein.

Het plein is het hart van Stavrochori, waar alles wordt besproken wat er in het dorp gaande is. Met zo’n grote vergrijsde bevolking zijn de gesprekken ook oud geworden, worden hier de herinneringen opgehaald en levend gehouden.

Het ritueel van de ochtend is dat oude mannen hier een espresso drinken in een van de twee koffiehuizen onder de twee oeroude bomen. De fontein klatert lieflijk en mengt zich tussen de dialogen. Er zit een stokoude, in het zwart geklede man in een hoek - zijn mond trekt naar beneden en zijn felle ogen houden alles in de gaten. Hij doet niet meer mee. Alles speelt zich af rond die ene tafel in het midden, waar een man het hoogste woord voert.

De anderen knikken zwijgend en lijken te denken: Laat hem maar praten, dit is een betweter. Opeens valt er een stilte over het plein. Daar komt een man aangelopen die langer is dan alle andere. De broek draagt hij hoog opgetrokken en zijn ogen kijken door een zwarte hoornen brilmontuur. Hij zegt ”Kalimera”, of beter, ”Mera”: Môgge.

Een paar honderd meter verder doemt aan de linkerkant een taveerne op, waar wat mensen aan een tafeltje zitten. De dame die het woord voert in verschillende talen blijkt een 54-jarige Duitse hippie die in Stavrochori is neergestreken omdat ze hier van haar pensioen kan leven. Ze vertelt dat ze met haar jaren in haar vaderland voor oud wordt versleten, hier is ze nog jong. Ze draagt een hemdje dat weinig verhullend is over haar fysieke staat van dienst.

Een andere vrouw spreekt Engels en heeft een neuspiercing. Een blond meisje van acht jaar scharrelt op blote voeten om haar heen. Ze komt uit Oostenrijk en is twee jaar geleden naar Stavrochori getogen met het ideaal daar een soort wijkverpleging voor oude mensen op te zetten. Dat zou volgens haar hard nodig zijn, want Stavrochori telt al lang geen 1000 inwoners meer maar slechts 131, van wie 90 bejaard of hoogbejaard.

Saillant detail: er wonen in dit Kretenzer dorp zes kinderen. De Oostenrijkse verpleegkundige moet toegeven dat ze overbodig was. Oudjes op Kreta sterven voordat er een verzorgster aan te pas komt. ’s Morgens voelen ze zich niet lekker, vertelt ze, ze blijven in huis en ’s avonds blazen ze de laatste adem uit. In hun eigen huis. Er komt geen dokter aan te pas.

Overigens is ze tevreden over de conditie van de mensen. „Zeventigers lopen nog als kievieten tegen de hellingen op.”

Kreta lijkt als een magneet te werken op illegalen uit landen als Polen, Oekraïne, Bulgarije en Roemenië. Niemand weet hoeveel er op Kreta werken. De Duitse hippie mengt zich weer in het gesprek, en weldra ook de blonde Marilyn uit Schotland, die de zeventig al moet zijn gepasseerd. Zij vertelt dat ze have en goed in het land der puriteinen heeft ingewisseld voor een eigen huis in het land der Hellenen. Hier kan ze beter rondkomen van haar pensioen van 320 euro. Ze heeft een auto en een hond en is gecharmeerd van het sociale leven in Stavrochori.

De hippie valt haar bij en roept: „Hier wil ik sterven!” Ook Marilyn wenst haar laatste dagen in Stavrochori te slijten. Iedereen roemt opeens de gemoedelijkheid en de vriendelijkheid van de Kretenzers in het dorp. Ze sluiten je meteen in hun hart.

Alhoewel, er zijn grenzen, merkt de Oostenrijkse blonde verpleegster op: je moet wel de taal spreken, anders kom je er niet tussen. Zij bekent dat ze in oktober Stavrochori gaat verlaten. Het is haar niet gelukt hier een vast bestaan op te bouwen en ze wil een betere school voor haar kind. Maar ze zal wel twee keer in de week naar Stavrochori telefoneren om de geluiden van daar te horen: het gekraai van de hanen, het klokgelui om het uur en bovenal het oneindige lied van de krekels.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer