Chatten leidde tot vermissing Kootwijkerbroekse
ARNHEM - De 16-jarige Debby Mandersloot uit Kootwijkerbroek, die in januari enkele dagen werd vermist en in een woning in Nijmegen werd aangetroffen, was via een chatbox met een 44-jarige Arnhemmer in aanraking gekomen.
De man zocht via internet contact met jonge meisjes. Hij moet in november voor de rechter komen.De 26-jarige vrouw T. H., die de minderjarige Debby in januari van dit jaar op verzoek van een vriend onderdak zou hebben geboden, stond daarvoor maandagmiddag terecht voor de rechtbank in Arnhem.
Bovendien moest zij zich maandag samen met haar 34-jarige ex-vriend S. S. verantwoorden voor poging tot doodslag en zware mishandeling op hun dochtertje Sharon in de periode 2002-2005.
Toen de vrouw Debby in haar woning onderbracht, was het meisje al enkele dagen vermist. In een afscheidsbrief aan haar familie had het Kootwijkerbroekse meisje geschreven dat ze naar het buitenland wilde gaan.
De politie uitte de vrees dat Debby -die net voor haar eindexamen zat- in kringen verkeerde „die haar geestelijke en lichamelijke gezondheid in gevaar brengen.” Ook in het televisieprogramma Opsporing Verzocht werd aandacht besteed aan de vermissing.
H. verklaarde maandag niet geweten te hebben dat Debby minderjarig was. Officier van justitie I. Schepers eiste tegen haar drie jaar gevangenisstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk.
De vrouw wordt ervan verdacht Debby Mandersloot onttrokken te hebben aan het ouderlijk gezag en verborgen te hebben gehouden voor opsporing door politie en justitie. Ook wordt ze beschuldigd van medeplichtigheid aan de zware mishandeling van en poging tot doodslag op haar kindje.
H.’s toenmalige vriend S. wordt ervan verdacht dat hij zijn dochtertje stelselmatig zwaar mishandelde en probeerde haar te doden. Zo zou hij de keel van het meisje enkele keren hebben dichtgeknepen en zou hij geprobeerd hebben haar in een bak water te laten verdrinken. Ook zou hij het meisje af en toe met een brandende aansteker hebben bewerkt en haar 2 meter boven de grond met haar armpjes aan een klimrek hebben laten hangen.
H. zou weinig tot niets gedaan hebben om de mishandelingen te stoppen. Naar eigen zeggen was ze „bang” voor haar partner, die haar zwaar onder druk zette. Ze durfde daarom niet naar de politie te gaan, was haar verklaring. Toen de relatie tussen haar en S. stukliep, schakelde ze de politie in en deed ze aangifte tegen S.
De zaak tegen S. wordt voor onbepaalde tijd aangehouden. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak tegen H.