Donner: Israël voorbeeld voor antiterreurbeleid
DORDRECHT (ANP) – Een overheid die terrorisme effectief wil bestrijden, moet tijdig de wet veranderen om zo de behoefte aan veiligheid van de bevolking binnen het kader van het recht te kunnen opvangen. De staat Israël bewijst dat dat niet onmogelijk is.
Dat stelde oud–minister Piet Hein Donner van Justitie woensdagavond in de jaarlijkse Johan de Wittlezing in Dordrecht. Israël is volgens hem als geen ander in het afgelopen decennium geconfronteerd met het geweld van terrorisme. Het land heeft echter geprobeerd de bestrijding daarvan „binnen het kader van de rechtstaat op te vangen, onder aanpassing van de wet aan wat nodig was om het geweld te keren.“Het is volgens Donner nodig de wetgeving aan te passen aan de dreiging van terrorisme als we de democratische rechtstaat willen behouden. Als dat niet gebeurt, ontstaat „de verleiding om in het belang van doeltreffendheid de rechtsregels maar terzijde te schuiven.”
Donner stelde de vermeende tegenstellingen tussen terrorismebestrijding en de rechtstaat aan de kaak, omdat die er volgens hem niet zijn. Het opsporen van terreurplannen is geen doel op zich, maar een middel om aanslagen te voorkomen. „Bij een aanslag wordt de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers of van mensen die door angst verlamd raken, vele malen ernstiger aangetast dan door gebruik van de persoonsgegevens van mogelijke daders."
Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), ging in zijn lezing ook in op wetgeving tegen terrorisme. Nieuwe bevoegdheden van politie en justitie in de strijd tegen terrorisme die inbreuk maken op de privacy van burgers, moeten volgens hem na enkele jaren automatisch vervallen. Alleen als een onafhankelijk onderzoek laat zien dat de bevoegdheden zin hebben, mogen ze verlengd worden. Dan moet echter ook de blijvende noodzaak aangetoond zijn.
Kohnstamm noemde een aantal voorbeelden van antiterreurwetgeving die de persoonlijke levenssfeer aantasten, maar waarvan het nut niet is aangetoond. Al eerder hekelde hij de Europese plannen om telefoon– en e–mailgegevens langdurig vast te gaan leggen. Ook van de wet die het mogelijk maakt al vroeg in te grijpen bij mogelijk terroristische plannen, staat niet vast of die echt nodig was. De identificatieplicht noemde Kohnstamm een ’boeteverdubbelaar’ die geen duidelijke bijdrage aan de veiligheid levert.
Ambtenaren van allerlei ministeries zouden er in de ogen van de CBP–voorzitter ook goed aan doen de Wet Bescherming Persoonsgegevens wat beter te bestuderen. Nu is het met hun kennis droevig gesteld, wat leidt tot een „onstuitbare hoeveelheid borrelpraat", en zo nu en dan zelfs broddelwerk bij het opstellen van nieuwe wetten.