„Opsteker voor Nederlandse scheepsbouw”
KINDERDIJK - De voormalige werf van Van der Giessen-de Noord in Krimpen aan den IJssel -een begrip- gaat weer open. Goed nieuws voor de vaderlandse scheepsbouw.
IHC Holland Merwede, wereldmarktleider in het ontwerpen en bouwen van baggerschepen, bracht maandag naar buiten twee offshoreschepen te gaan bouwen ter waarde van 130 miljoen euro.Daarvoor gaat de helling in Krimpen aan den IJssel, de grootste overdekte scheepsbouwhelling in Europa, weer open. IHC sloot de werf in 2003. Ruim 400 werknemers stonden op straat.
De laatste order voor Van der Giessen-de Noord dateert van februari 2001. Toen bestelde baggeraar HAM, een dochter van HBG, een jumbosleephopperzuiger ter waarde van 100 miljoen euro.
President-directeur Goof Hamers (53) van IHC Holland Merwede is vorige week in Krimpen wezen kijken en constateerde dat de werf er goed bijligt. „Het licht brandt. We kunnen zo aan de slag. Het is een unieke scheepsbouwfaciliteit.”
IHC heeft werven in Sliedrecht, Kinderdijk en Hardinxveld-Giessendam. Per januari 2007 komt daar Krimpen aan den IJssel bij. Hamers: „De nieuwe opdrachten kunnen we niet bouwen op de bestaande werven. Die zitten vol. Om aan de levertijd te voldoen, moest Krimpen erbij.”
Na het rampjaar 2003 heeft IHC Holland zich snel hersteld door de opleving in de olie-industrie en de baggersector. De winst kwam vorig jaar uit op 9,8 miljoen euro, op een omzet van bijna 460 miljoen. De orderportefeuille bedraagt 780 miljoen euro met onder meer vier sleephopperzuigers en twee pijpenleggers.
Het bedrijf aan de Merwede is wereldmarktleider in de baggersector. „De markt is ontzettend cyclisch”, zegt Hamers. „De ene keer heb je veel, de andere keer weinig werk. Je deint als het ware mee op de golven van de economie.”
Om ook in zwakke tijden werk te hebben, richt IHC Holland zich ook op de offshore. Volgens Hamers heeft de werf in Krimpen als voordeel dat IHC bredere schepen kan bouwen. „We kunnen nu tot 31 meter breed. Dat wordt straks 38.”
De president-directeur verwacht voor het einde van het jaar nog een aantal „grote orders.” „We bouwen gespecialiseerde schepen. Het is niet alleen het staal wat je ziet. De hoeveelheid technologie aan boord wordt vaak onderschat.”
De sector wordt te vaak negatief weggezet, zeker na het RSV-drama. „Daar worden we wel eens een beetje moe van. De reorganisaties van de afgelopen jaren werpen hun vruchten af.”
Aan de maandag bekendgemaakte stap is een lang traject voorafgegaan, laat Hamers weten. „Zo’n beslissing neem je niet op een achternamiddag. We hebben ruim de tijd genomen om alle risico’s door te spreken. Een risico is bijvoorbeeld of je wel genoeg technische mensen kunt krijgen. Maar daar heb ik alle vertrouwen in.”
In januari 2007 wordt het eerste staal gesneden, begin juni is de kiellegging. „Er is in Krimpen voor langere tijd werk in de scheepsbouw.”
De heropende werf biedt werk aan 300 mensen. IHC telt nu 1600 medewerkers. Ongeveer 10 procent van hen is aangesloten bij de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU).
„Dit is een fantastische opsteker voor de Nederlandse scheepsbouw”, zegt RMU-onderhandelaar Chr. Baggerman. Volgens hem is het de verdienste van vier partijen: overheid, directie, werknemers en vakorganisaties. „De overheid steunde de scheepsbouw in moeilijke tijden. De directie had het strategisch inzicht om tijdig de bakens te verzetten en de onderneming te verbreden naar de offshore.”
De werknemers van IHC zijn akkoord gegaan met loonmatiging, waardoor er financiële ruimte is gekomen voor innovatie.
De RMU gaat ervan uit dat de honderden werknemers die het bedrijf in 2003 én in 2004 gedwongen moesten verlaten, als eersten weer in aanmerking komen voor een baan bij IHC Holland Merwede.
Baggerman: „Het bijzondere aan deze onderneming is dat 33 procent van de werknemers eigenaar is in de vorm van certificaten van aandelen en er een winstdelingsregeling is afgesproken waar de RMU bij betrokken is geweest. Vorig jaar heeft deze winstdelingsregeling haar vruchten afgeworpen. Een deel van de beloning kan meeademen met het resultaat van het bedrijf.”
De RMU is volgens Baggerman sterk voorstander van medewerkersparticipatie. „Er ontstaat een cultuur waarbij medewerkers betrokken zijn en er veel kostenbewuster geopereerd wordt. Dit geeft een enorme impuls in de productiviteit en de creativiteit.”