Keuze GKH verrast universiteit Apeldoorn
APELDOORN - De keuze van de synode van de Gereformeerde Kerken hersteld (GKH) om hun predikanten te laten opleiden aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn (TUA) heeft het bestuur van de Apeldoornse universiteit verrast.
„We lazen het in de krant”, zegt prof. dr. A. Baars, rector van de TUA, desgevraagd. „Van officiële zijde hebben we echter nog niets vernomen. Wel is het ons bekend dat er inmiddels twee studenten uit de Gereformeerde Kerken hersteld bij ons studeren.”Volgens de rector zijn er geen belemmeringen voor de studenten uit de GKH om in Apeldoorn te gaan studeren. „We vragen studenten altijd of ze Schrift en belijdenis kunnen onderschrijven. Zolang daar sprake van is, zie ik geen problemen.”
De TUA is vanouds een opleiding tot christelijk gereformeerd predikant. Sinds de jaren zestig is het ook mogelijk voor mensen uit andere kerkgenootschappen om in Apeldoorn te gaan studeren. Een aanzienlijk deel van de studenten is inmiddels afkomstig uit andere gereformeerde kerkgenootschappen.
Sinds dit academische jaar hebben de Nederlands Gereformeerde Kerken een eigen opleidingsinstituut in Apeldoorn dat „aanleunt” tegen de TUA. Of er in de toekomst een soortgelijke constructie komt voor de GKH, kan prof. Baars niet zeggen. „We hebben geen verzoek ontvangen, dus kan ik hier niets over melden. De totstandkoming van het Nederlands gereformeerd seminarie heeft jaren geduurd. Ook dienen de docenten gekwalificeerd te zijn. Eventuele toekomstige verzoeken in deze richting zullen we dan ook grondig moeten bestuderen.”
Zaterdag zei dr. S. de Marie, synodevoorzitter van de GKH, in deze krant dat het kerkverband toekomstige studenten theologie verwijst naar Apeldoorn. Aanvankelijk was ook het seminarium van de Hersteld Hervormde Kerk, gevestigd aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, in beeld. „Het was een moeilijke keus, maar de doorslag gaf toch dat de opleiding in Amsterdam voor 60 procent wordt ingevuld door de VU. We vinden dat het gereformeerde gedachtegoed dan onvoldoende aandacht krijgt”, aldus dr. De Marie.