In die gedragscode stelt het AVBB voor dat bedrijven die zich schuldig hebben gemaakt aan fraude, geweerd kunnen worden van opdrachten van de overheid. „Dat kan de werkgelegenheid in de betreffende ondernemingen op het spel zetten en in het ergste geval leiden tot reorganisaties en faillissement”, aldus FNV Bouw. In de grond- weg- en waterbouw zijn bedrijven voor 90 procent afhankelijk van opdrachten van de overheden, aldus de vakbond.

Als een bedrijfstop fraudeert, gebeurt dat vaak buiten de werknemers om, maar ze worden er wel de dupe van, aldus de vakbond. FNV Bouw stelt voor om in deze gevallen „vervanging van de top van de ondernemingen mogelijk te maken en de werknemers ongemoeid te laten.”

Ook zit het de bond dwars dat de gedragscode niets regelt voor de zogenoemde klokkenluiders. Van een werknemer wordt verwacht, dat die overtreding van de mededinging meldt bij de directie op straffe van een forse boete. Maar die werknemer loopt dan wel het risico van schorsing of ontslag wegens het zwart maken van het eigen bedrijf.

Een stichting, die moet toezien op het naleven van de gedragscode, neemt alleen klachten van opdrachtgevers of ondernemingen in behandeling, meer niet van werknemers die misstanden melden.

Het steekt FNV Bouw dat het AVBB in de gedragscode wel sancties voorstelt voor werknemers, maar hen geen enkele rechtsbescherming biedt. Bovendien lijkt het erop, dat de gedragscode eerder de mededinging zal beperken dan verruimen, aldus FNV Bouw.

Het AVBB wil in het stichtingsbestuur, dat toeziet op naleving van de gedragscode, ook vertegenwoordigers van ministeries, gemeenten en waterschappen opnemen. Tot dusver voelt de regering daar niets voor, omdat die een gedragscode ziet als een zaak voor de bedrijfstak zelf.

FNV Bouw pleit ervoor om ook pensioenfondsen en verzekeringsbedrijven met belangen in vastgoed te vertegenwoordigen in zo’n bestuur. De gedragscode beperkt zich volgens de vakbond ten onrechte tot de overheid als opdrachtgever.