Dat was volgens sommige waarnemers al heel wat, nadat Musharraf en Karzai elkaar de afgelopen dagen ervan beschuldigd hadden te weinig te doen in de strijd tegen de taliban en al-Qaida.Beide leiders kwamen naar de VS voor het bijwonen van de Algemene Vergadering van de VN in New York en voor besprekingen met president Bush. Intussen beschuldigden zij elkaar ervan niets te ondernemen om al-Qaidaleider Osama bin Laden uit te schakelen. Die zit volgens Karzai in Pakistan en volgens Musharraf ergens in Afghanistan. Beide leiders ontkennen elkaars beschuldiging. Hun verhouding is intussen zo slecht dat zij elkaar na aankomst in het Witte Huis geen hand gaven.

President Bush drong er bij zijn beide gasten op aan hun samenwerking te verbeteren. Die samenwerking zou volgens president Karzai al een stuk gemakkelijker worden als president Musharraf de zogeheten ”madrassen” -islamitische religieuze scholen- in Pakistan sluit. Deze scholen zaaien volgens Karzai haat en zijn een „broedplaats voor nieuwe terroristen.”

Karzai wordt geconfronteerd met een opleving van de taliban, die Afghanistan bestuurde in de periode voorafgaand aan de septemberaanslagen van 2001. De Taliban gaven al-Qaida toen de vrije hand. Nadat al-Qaida verantwoordelijk bleek voor de aanslagen, besloot Washington het talibanregime uit te schakelen.

De Pakistaanse militaire inlichtingendienst ISI is ervan beschuldigd de taliban te steunen en volgens sommige westerse inlichtingenbronnen doet de dienst dat nog steeds.

President Musharraf ontkende dit woensdag in een interview met de BBC ten stelligste. „Onze inlichtingendienst heeft de afgelopen jaren uitstekend werk verricht en vervulde een essentiële rol in het uitschakelen van verschillende belangrijke terroristen.”