Aanpak huiselijk geweld belemmerd
DEN HAAG (ANP) - De aanpak van huiselijk geweld wordt aanzienlijk bemoeilijkt door de landelijke privacywetgeving. Instellingen mogen vaak geen gegevens over daders en slachtoffers uitwisselen. Eén centraal meldpunt voor huiselijk geweld is zeer wenselijk, maar door de privacywetgeving niet mogelijk.
Dat concludeerde het college van B en W van Den Haag maandag in een brief aan de raad na een analyse van het Diekstrarapport over de aanpak van huiselijk geweld in de hofstad.De commissie-Diekstra deed op verzoek van de gemeente onderzoek naar het functioneren van het huiselijkgeweldbeleid in Den Haag naar aanleiding van een familiedrama eind vorig jaar. Een man doodde zijn ex-vrouw, twee kinderen en zichzelf. Het gezin bleek bekend te zijn bij de politie en Bureau Jeugdzorg. De commissie concludeerde in mei dat vooral de samenwerking tussen de instanties niet deugde. Het college heeft in de tussentijd de betrokken partijen de tijd gegeven de aanbevelingen te evalueren.
Inmiddels is in de praktijk al iets gedaan met de aanbevelingen van de commissie. Zo zijn vanaf april proeven gedaan met casemanagement. Politie, maatschappelijk werk en het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) hebben een aantal gevallen van huiselijk geweld op wijkniveau gezamenlijk besproken. Daarvoor is een model ontwikkeld dat in januari mogelijk al in gebruik wordt genomen. Bureau Jeugdzorg ontwikkelt een model voor risicotaxatie, waarmee een eerste globale inschatting van de veiligheid kan worden gemaakt.
Het college is ook geïnteresseerd in een automatisch systeem dat de Rotterdamse politie aan het ontwikkelen is. Dat stuurt vanuit de politieregistratie automatisch een melding door naar het ASHG. De politie moet zich verder ook meer inspannen om bij iedere melding van huiselijk geweld een aangifte te laten doen of alleen een getuigenverklaring. Die kunnen bij herhaling juridisch gebundeld worden.
Signalerende partijen, zoals huisartsen, tandartsen en verloskundigen, worden via bijscholing nauw betrokken bij het plan van aanpak. Hulpverleners moeten vaker gebruik gaan maken van hun mogelijkheid om het beroepsgeheim te schenden. Bovendien moeten zij erop alert zijn dat bij mishandeling van een van de ouders er ook altijd gevaar is voor de kinderen en dat er altijd snel onderzoek moet komen. Ze moeten zich ook realiseren dat het uit huis plaatsen van slachtoffer of dader vaak geen risicovermindering is, schrijft het college. Daders moeten verder zo veel mogelijk gedwongen worden deel te nemen aan behandeling of onderzoek, hoewel dat wettelijk gezien alleen via tbs kan.
Het college wil ook dat het ministerie van VWS de wettelijke toestemming die ouders in bepaalde gevallen moeten geven voor hulpverleningstrajecten aan kinderen, nog eens onder de loep legt.
Het college bespreekt het rapport en de reactie van B en W vrijdag met de commissies maatschappelijke ontwikkeling en jeugd en burgerschap. Het college wil voor de uitvoering van de aanbevelingen de komende periode 300.000 euro beschikbaar stellen. Over drie jaar volgt een evaluatie door een externe partij.