Uit de kerkelijke pers
Er gaat de laatste maanden bijna geen week voorbij of er zijn nieuwe berichten over seksueel misbruik door rooms-katholieke geestelijken. In ”Protestants Nederland” legt ex-priester ds. H. J. Hegger uit waarom ook predikanten gevaar lopen in een ongeoorloofde relatie verzeild te raken.
„Geestelijke voorgangers komen door hun ambt in nauw psychisch contact met leden van hun parochie of gemeente. Mensen die in grote psychische of geestelijke nood verkeren, willen hun hart graag bij iemand uitstorten. En dan doen ze dan bij voorkeur bij een voorganger, omdat ze weten dat die door ambtsgeheim gebonden is, zodat hun verhaal niet op straat komt.
Maar dat feit brengt ook gevaren met zich mee. Langzamerhand kan er dan een intieme relatie ontstaan van wederzijds begrijpen. Daardoor kunnen erotische en romantische dromen gewekt worden met als gevolg dat het zicht op al of niet geoorloofde verhoudingen totaal verloren gaat.
Voor een priester die door de gelofte van celibaat zichzelf heeft verplicht tot het afzien van elke vorm van erotische liefde, kan het dan heel moeilijk worden. Hij kan dan ineens tot de ontdekking komen hoezeer de liefdesverhouding met een hoogstaande vrouw hem geestelijk kan verrijken.
Hij kan dan besluiten: Ik heb mij vergist; ik had die gelofte nooit moeten afleggen. Maar dan? Uittreden en met haar trouwen? Dat durven velen niet aan. Dan maar een clandestiene relatie?
Voor een dominee die niet gelukkig is getrouwd, kan dan de gedachte en de verleiding ontstaan: Dat is nu het meisje van mijn dromen; zij is heel anders dan die ordinaire zeurpiet met wie ik destijds het huwelijkscontract getekend heb. Maar dan?
Ja, dan is het een kwestie van leven of dood, of ze de verborgen omgang met God kennen en onderhouden. Indien niet, dan gaan ze onherroepelijk voor de bijl. Want geen mens is in staat om eenzaam door het leven te gaan. Je wilt met iemand of althans met iets getrouwd of vertrouwd zijn.
Dat ’iets’ kan bijvoorbeeld een idee zijn dat hun Idee is geworden, waarmee ze naar bed gaan en met wie ze opstaan. Maar helemaal op z’n eentje houdt geen mens het vol.
Maar wat ik van voorgangers heb gezegd, geldt vanzelfsprekend voor iedereen. Eén op de drie huwelijken loopt uit op een echtscheiding. Dat aantal zou heel erg teruglopen naar de mate dat beide echtelieden een persoonlijke relatie met God in Christus zouden hebben.”
Visie
Toen Andries Knevel in 1978 bij de Evangelische Omroep kwam, ging hij als freelancer werken voor Tijdsein Radio. Het was de tijd van de heldere en eenduidige standpunten. „Eerlijk gezegd verlang ik soms wel terug naar die tijd dat er veel meer duidelijk was”, schrijft de EO-directeur in het programmablad ”Visie”.
„We waren als EO vaak ergens tegen. Overigens vaak terecht, zeg ik nog steeds. We hebben vaak gelijk gekregen.
Waar waren we tegen? Om maar eens wat te noemen: tegen de Wereldraad van Kerken, de valse oecumene, de ontwikkeling in de Gereformeerde Kerken, het IKV, het communisme, het socialisme, het ANC, abortus, het, toen al, liberale drugsbeleid, de puinhoop die het kabinet-Den Uyl had achtergelaten, het CNV (voorzover men stakingen steunde), het JAC, het PF in Zimbabwe, linkse politici die flirtten met het communisme, de PLO en zo kan ik nog een hele tijd doorgaan.
Met vreugde en passie bedreef ik deze actiejournalistiek, want we hadden een missie! Met name zagen we onze kans schoon op de vrijdagmorgen op Radio 3 om acht uur, toen we zo’n 800.000 luisteraars hadden. De waardering voor het programma was erg hoog, want luisteraars herkenden zich in onze standpunten.
Inmiddels leven we in een compleet andere tijd. Bij de laatst gehouden verkiezingen hebben kiezers die behoren tot ’orthodox christelijk Nederland’ gestemd van SGP tot SP en alle partijen die er tussen zitten. Ik zag zelfs op de televisie een heel orthodoxe dominee uit de Nederlandse Hervormde Kerk met trots verklaren dat hij op Pim Fortuyn zou gaan stemmen.
En over tal van onderwerpen denken we nu verschillend. Je kunt zeggen dat orthodoxe christenen wanneer het gaat om de vertaling van bijbelse principes in concrete maatschappelijke en politieke standpunten, heel verschillende wegen gaan. Wegen die elkaar ogenschijnlijk wel eens schijnen uit te sluiten. Dat is ook een van de oorzaken van het verlies van de CU.
Die vergruizeling van standpunten zal alleen maar verder gaan, en de vraag is of dit erg is. Eerlijk gezegd verlang ik soms wel terug naar die tijd dat er veel meer duidelijk was. En eerlijk gezegd houd ik vaak mijn hart vast als ik denk hoe wij er over pakweg 20 jaar uitzien. Zijn wij dan een postmoderne groep zeer individuele christenen geworden, die elkaar dan wel vinden op de kern van het Evangelie (zijn we het eens over de kern?) maar elkaar verder nauwelijks nog vinden?”
Kerkblad voor het Noorden
Het is voor een schipper niet makkelijk om in de eigen kerkelijke gemeente mee te leven. G. Poker vertelt erover in het christelijke gereformeerde ”Kerkblad voor het noorden”.
„Gemeenten onder u die schippers in hun ledenbestand hebben, zullen weten hoeveel moeite het kost om een huisbezoek te plannen. Soms is een schippersgezin eindelijk in de buurt na omzwervingen door half Europa. Er zou dan een huisbezoek afgesproken kunnen worden, maar dat lukt vaak niet, omdat de ouderling een volle agenda heeft. Dan kan er pas over een paar dagen een huisbezoek gebracht worden en tja, dan is de schipper al lang weer onderweg. Als u bij een schipper op bezoek wilt gaan, moet u beginnen om te vragen of dat dezelfde avond soms nog kan, of anders morgenavond en zelfs dan moet u niet raar opkijken als u opgebeld wordt met de mededeling dat de vogel al weer gevlogen is. Het is ds. Wubs, onze vorige schipperspredikant, meerdere malen overkomen dat hij ’s middags op bezoek was en dat de telefoon ging en hij te horen kreeg: „Sorry, dominee, we stellen uw bezoek erg op prijs, maar we moeten nu echt varen.” En dan kon hij weer gaan. Wel proberen veel schippers rond de feestdagen in hun thuishaven te liggen en zijn dan bereikbaar.
In sommige havens in het buitenland worden Nederlandse diensten gehouden die een meer oecumenisch karakter dragen. Dat is bijvoorbeeld het geval in Duisburg en Mannheim. Hier komen veel varenden en er wordt na de dienst altijd koffie gedronken en bijgepraat.”
„Kerkbezoek is wisselend, met soms heel verrassende ontmoetingen en begroetingen en soms het gevoel dat een hoofdknikje als begroeting nog (te) veel moeite is, hoewel er tegenwoordig toch wel meer openheid lijkt te komen.
Omdat ons sociale leven zich vaak op de zondag concentreert, want dan zijn de kinderen veelal aan boord, hoeft u ons echt niet altijd uit te nodigen voor de koffie, maar een belangstellend praatje wordt meest wel op prijs gesteld.
We kerken vaak waar het uitkomt. Vrijwel iedere schipper heeft een auto en sommigen rijden dan voor de zondag terug naar de eigen kerk, maar de meeste gaan naar de kerk waar het schip ligt.”
„Als er geen christelijke gereformeerde kerk is, wordt vaak bij een andere denominatie gekerkt, in het buitenland sowieso.”
„Als we in het buitenland zijn, wordt door velen van ons op zondagmorgen naar ds. Van der Veer gekeken. Kerkmuren zijn voor veel varenden niet zo hoog. Er wordt vaak net zo gemakkelijk naar een vrijgemaakte of synodale of baptistenkerk gegaan als naar een christelijke gereformeerde.
Nog iets is de gang naar het avondmaal. Schippers mogen gebruikmaken van het zogenaamde ’gastrecht’, het recht om in een andere christelijke gereformeerde kerk aan het avondmaal te gaan. Maar dan wordt verwacht dat ze zich wel even bij de kerkenraad melden. Moeten velen al iets overwinnen om in een vreemde kerk aan het avondmaal te gaan, dit werpt nog een extra drempel op.”