Trans-Dnjestrië: Fout Stalin rechtzetten
TIRASPOL (AP) - Het is klein, roodbruin en het meest gewilde bezit in de separatistische Moldavische regio Trans-Dnjestrië: een Russisch paspoort. De leiders van het reepje land -dat nergens grenst aan Rusland- hopen dat als het referendum van morgen naar wens verloopt, iedereen er straks één heeft.
Zondag geven 390.000 geregistreerde kiezers in Trans-Dnjestrië antwoord op de vraag of ze onafhankelijkheid willen -met als uiteindelijke doel aansluiting bij Rusland- of hun onafhankelijkheidsstreven vaarwel zeggen en zich herenigen met Moldavië, het land waarmee de regio in 1992 een bloedige oorlog voerde.Moldavië wijst het referendum, dat naar verwachting een overweldigende meerderheid van stemmen zal opleveren voor aansluiting bij Rusland, als onwettig en provocerend van de hand.
De Europese Unie, de Verenigde Staten en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) hebben aangekondigd dat ze de uitslag niet zullen erkennen en hebben uitnodigingen om waarnemers te sturen afgeslagen. En Rusland, dat wel zijn steun en bescherming heeft aangeboden, belooft niets.
Ondanks zijn feitelijke onafhankelijkheid wordt Trans-Dnjestrië niet internationaal erkend. De regering wordt bekritiseerd vanwege haar stevige greep op de 550.000 inwoners en haar gebrek aan controle op de smokkelpraktijken die langs de grenzen plaatsvinden. Nieuwsprogramma’s in Trans-Dnjestrië laten een eenzijdige weergave zien, en het gebied ademt nog altijd een Sovjetachtige atmosfeer. Borden herinneren voorbijgangers eraan dat „kunst toebehoort aan het volk” en dat „brood de belangrijkste behoefte is van iedereen.”
De separatisten hebben zich laten inspireren door het referendum in mei in Montenegro, waarbij de bevolking stemde voor afscheiding van Servië. Amper een maand later werd Montenegro toegelaten tot de Verenigde Naties.
Maar volgens sommigen maakt het referendum het alleen maar moeilijker om de afgebroken onderhandelingen over dit zogenoemde bevroren conflict nieuw leven in te blazen en de regio, waar drugs-, wapen- en mensenhandel hoogtij vieren, schoon te vegen.
„We weten wie onze vrienden zijn, en wie onze vijanden zijn”, zei de president van Trans-Dnjestrië, Igor Smirnov, donderdag tegen duizenden toeschouwers op gebutste plastic stoeltjes in een afgebladderd sportstadion, waar de klok de hele tijd 15.00 uur bleef aanwijzen. „We moeten Rusland duidelijk maken waar onze toekomst ligt.”
Rusland, dat militairen in het gebied heeft gestationeerd, moedigt het referendum aan als een uitdrukking van zelfbeschikkingsrecht die internationale instemming verdient, en beschuldigt het Westen ervan er een dubbele moraal op na te houden omdat het de volksraadpleging negeert.
Maar Moskou benadrukt ook dat een uitweg uit de impasse nog altijd het beste kan worden gezocht door middel van onderhandelingen met Moldavië en laat duidelijk blijken dat Rusland geen haast heeft het arme Trans-Dnjestrië op te nemen, waar voornamelijk vrouwen lijken te wonen; veel mannen zijn naar het buitenland vertrokken om werk te zoeken.
„Dit is allemaal de schuld van Stalin”, zegt Igor Ivchenko (40), die donderdag op straat demonstreerde voor de aansluiting bij Rusland. „Hij heeft ons bij Moldavië gevoegd, maar daar horen we niet. Het is die misdaad van Stalin die we nu nog steeds proberen recht te zetten.”
In tegenstelling tot de rest van Moldavië, dat tot 1940 bij Roemenië hoorde en waar de meeste inwoners Roemeens spreken, heeft Trans-Dnjestrië zich altijd meer vereenzelvigd met Rusland. Etnische Russen en Oekraïners zijn er in de meerderheid en er wordt overwegend Russisch gesproken.
Trans-Dnjestrië was een autonome regio binnen de Sovjetunie, totdat Stalin zich de Moldavische gebieden van Roemenië toe-eigende en deze met Trans-Dnjestrië samenvoegde tot de Sovjetrepubliek Moldavië. Toen de Sovjetunie uiteenviel vreesden de Ruslandgezinde inwoners van Trans-Dnjestrië dat Moldavië zich weer bij Roemenië zou voegen. Ze riepen de onafhankelijkheid uit, waarop een korte burgeroorlog uitbrak die aan 1500 mensen het leven kostte. Russische troepen herstelden de orde in het gebied en nog steeds zijn zo’n 1500 Russische militairen in de regio gestationeerd, ondanks beloftes van Moskou om hen terug te trekken.
De angst dat Moldavië zich bij Roemenië zal aansluiten is grotendeels verdwenen, nu de toetreding van Roemenië tot de EU ophanden is, maar de wens om op te gaan in Rusland bestaat nog steeds. Veel mensen beschikken al over een Russisch paspoort.
De regering van Trans-Dnjestrië houdt de bevolking voor dat aansluiting bij Rusland niet alleen een Russisch paspoort, maar ook het recht op een Russisch pensioen en andere voorzieningen, toegang tot Russische universiteiten en grotere veiligheid oplevert. Dat wil wat zeggen in een land waar velen minder dan 80 euro per maand verdienen, en sommigen moeten rondkomen van de helft van dat bedrag. ’Het leven wordt beter als we bij Rusland horen’, zegt Kantska, die een lint draagt dat de rood-en-groene vlag van Trans-Dnjestrië verbindt met die van Rusland.
Volgens critici moedigt Rusland dergelijke referenda in zijn achterland - zoals die in de Georgische separatistische regio Zuid-Ossetië, in november - niet zozeer aan in de hoop het Russische rijk uit te breiden, maar om de voormalige Sovjetrepublieken te verzwakken en daarmee minder interessant te maken voor het Westen.