Dat stelt hoogleraar strafrecht Evert Stamhuis in zijn inaugurele rede getiteld ’Gemeen gevaar’ bij de aanvaarding van zijn leerstoel bij de Open Universiteit Nederland.De Wet terroristische misdrijven, twee jaar geleden ingevoerd, stelt samenspanning en deelneming aan een terroristische organisatie als misdrijf strafbaar, omdat de dreiging van een aanslag daardoor wordt vergroot. Ook werving voor de jihad is in de wet strafbaar gesteld. De strafmaxima voor delicten als doodslag, zware mishandeling en ontvoering zijn, als zij met een terroristisch oogmerk zijn gepleegd, fors verhoogd.

Volgens Stamhuis moet de strafwet zich bij risico’s voor de algemene veiligheid richten op gedrag in plaats van bedoelingen. „Deze misdrijven moeten in de wet als concreet gedrag omschreven worden, zodat de kwade bedoeling van de dader er minder toe doet. Dat verlicht de bewijslast", aldus de hoogleraar. „Nu staat bij samenspanning de bedoeling voorop, waardoor het bewijs moeilijk te leveren is en de opsporing diep moet binnendringen in de privésfeer".

Het doel van het strafbaar stellen van samenspanning met het oog op het plegen van een terreurdaad was juist een effectievere aanpak van terroristische netwerken. Bij samenspanning moet bewezen worden dat twee of meerdere personen hebben afgesproken een ernstig terroristisch misdrijf te plegen. Aan dat voornemen hoeft geen uitvoering te zijn gegeven.

Stamhuis is per 1 februari van dit jaar benoemd tot hoogleraar aan de Open Universteit. Daarvoor was hij werkzaam aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is momenteel raadsheer–plaatsvervanger aan het gerechtshof in Leeuwarden.

LET OP E M B A R G O