Buitenland

Duits kabinet akkoord met missie Libanon

BERLIJN - De Duitse regering heeft woensdag haar goedkeuring gehecht aan het sturen van marineschepen naar het oostelijke deel van de Middellandse Zee, ter ondersteuning van de vredesmissie van de Verenigde Naties in Zuid-Libanon.

Buitenlandredactie
14 September 2006 11:20Gewijzigd op 14 November 2020 04:06
HAMBURG – De Duitse regering heeft woensdag haar goedkeuring gehecht aan het sturen van marineschepen naar het oostelijke deel van de Middellandse Zee ter ondersteuning van de vredesmissie van de VN in Zuid Libanon. Het besluit maakt het zeer waarschijn
HAMBURG – De Duitse regering heeft woensdag haar goedkeuring gehecht aan het sturen van marineschepen naar het oostelijke deel van de Middellandse Zee ter ondersteuning van de vredesmissie van de VN in Zuid Libanon. Het besluit maakt het zeer waarschijn

De Bondsdag, die nog akkoord moet gaan met de missie, neemt waarschijnlijk volgende week een besluit. De coalitie van bondskanselier Angela Merkel heeft een grote meerderheid in het parlement.„Deze beslissing is genomen met het oog op onze bijzondere verantwoordelijkheid voor het bestaansrecht van Israël en om tot een solide oplossing voor vrede in de regio te komen”, zei Merkel tegenover verslaggevers. De schepen moeten erop toezien dat geen wapens worden geleverd aan Hezbollahstrijders en andere militante groepen.

Eerder op de dag liet Merkel weten dat Berlijn maximaal 2400 militairen naar Libanon stuurt om de VN-vredesmacht Unifil te ondersteunen.

Berlijn heeft al douanebeambten en grensbewakers gestuurd om de Libanezen advies te geven over de aanscherping van controles op de luchthaven van Beiroet en de Libanese zeehavens, maar het land heeft geweigerd grondtroepen naar Libanon te sturen vanwege het Duitse oorlogsverleden. Berlijn wil niet dat Duitse militairen mogelijk tegenover Israëlische zouden komen te staan.

Franse, Italiaanse en Griekse schepen begonnen vorige week te patrouilleren voor de Libanese kust, zodat Israël zijn zeeblokkade kon opheffen. De Duitse marineschepen, en schepen van enkele andere Europese landen, nemen de patrouilles naar verwachting binnen twee maanden over.

Het besluit van Duitsland maakt het zeer waarschijnlijk dat ook Nederland een fregat naar de regio zal sturen. Het kabinet-Balkenende overweegt al enige tijd een bijdrage te leveren, na een verzoek van Libanon, waar ook Israël welwillend tegenover staat. Minister Bot (Buitenlandse Zaken) zei woensdag in de Tweede Kamer dat „als voor de Duitsers de regels voor het gebruik van geweld stevig genoeg zijn, wij ons er graag bij aansluiten.”

De Russische minister van Defensie, Sergej Lavrov, zei woensdag dat het Russische leger eind september of begin oktober een bataljon van 350 tot 400 ingenieurs en explosievenexperts naar Libanon stuurt. De militairen gaan het land helpen bij de wederopbouw, zo meldden de persbureaus Interfax, ITAR-Tass en RIA-Novosti. Ook worden mogelijk één of twee pelotons bewakers uitgezonden.

De Israëlische minister van Defensie, Amir Peretz, heeft woensdag gezegd dat het leger en de regering fouten hebben gemaakt tijdens het offensief tegen Hezbollah. Volgens Peretz, die voor het eerst sinds het einde van de oorlog een interview gaf op de Israëlische televisie, zijn er fouten gemaakt bij het plannen en het uitvoeren van de campagne in Libanon. Ook kondigde de minister een onderzoek aan naar „de staat van paraatheid van het leger, de inzetbaarheid van de reservisten en het niveau van de training van de soldaten.”

De Israelische commandant van de noordelijke troepen Adam nam woensdag formeel ontslag. Het was niet direct duidelijk of hij in dienst van het leger blijft. Adam kwam tijdens het offensief in Libanon, waarover hij aanvankelijk het bevel voerde, verschillende keren in aanvaring met stafchef Dan Halutz, die hem te voorzichtig vond en het bevel uiteindelijk overdroeg aan een ander, generaal Moshe Kaplinski.

Minister Peretz liet woensdag weten dat hij niet uitsluit dat een Libanese strijder die tot 542 jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens de moord op een Israëliër en zijn 4-jarige dochter in 1979, wordt vrijgelaten in ruil voor twee Israëlische soldaten die door Hezbollah worden vastgehouden. Israël had bij eerdere gevallen van gevangenenruil uitgesloten dat de strijder, Samir Kantar, vrijkomt.

De vrijlating van de Libanees zou een zeer beladen politieke beslissing zijn. Nadat Kantar in 1979 een gebouw in het noorden van Israël was binnengevallen, schoot hij een man dood voor de ogen van zijn 4-jarige dochter en sloeg vervolgens het kind dood met de kolf van zijn vuurwapen. De vrouw van de vermoorde man, die zich schuilhield in een kruipruimte van het appartement, hield haar hand voor de mond van haar 2-jarige dochter zodat ze niet zou schreeuwen, maar verstikte het kind daarbij.

Amnesty International stelt in een donderdag verschenen rapport dat niet alleen Israël zich tijdens de oorlog met Hezbollah mogelijk schuldig heeft gemaakt aan schendingen van het oorlogsrecht, maar dat ook Hezbollah dat kan worden verweten. Dat vuurde in een maand tijd ongeveer 4000 raketten af op Israël, een actie waar vooral burgers het slachtoffer van werden. In totaal kwamen als gevolg van de beschietingen 150 Israëliërs om het leven, onder wie tientallen burgers. Het afvuren van grote aantallen raketten op bewoonde gebieden is een duidelijke schending van het oorlogsrecht, aldus Amnesty. De mensenrechtenorganisatie stelt dat de Hezbollah raketten afvuurde die metalen balletjes verspreidden om zoveel mogelijk letsel te veroorzaken.

Libanese mensenrechtengroeperingen zijn bezig met het verzamelen van bewijs tegen Israël en bereiden een mogelijke procedure voor een internationaal tribunaal voor. Ook de mensenrechtenraad van de VN is bezig met een onderzoek.

De Israëlische strijdkrachten hebben tijdens de oorlog tegen Hezbollah in totaal ruim 1,2 miljoen clusterbommen afgeworpen boven Libanon. Dat berichtte het dagblad Ha’aretz woensdag op gezag van een legerofficier, die de manier waarop Israël oorlog voerde „krankzinnig en monsterlijk” noemde. „We hebben hele dorpen bedekt met clusterbommen”, zegt de anonieme officier in Ha’aretz. Andere militairen zeggen dat Israël ook fosforbommen op bewoond gebied heeft afgeschoten om branden veroorzaken. Volgens het Internationale Rode Kruis verbieden internationale regels het gebruik van fosforbommen tegen mensen.

Mensenrechtenorganisaties pleiten al geruime tijd voor een verbod op het gebruik van clusterbommen. De wapens zouden buitenproportionele schade veroorzaken en veel willekeurige slachtoffers maken. Ook ontstaan grote ’mijnenvelden’ door niet-ontplofte munitie. Het Israëlische leger stelt evenwel dat het geen verboden wapens heeft gebruikt in Libanon.

Volgens de VN-vredesmacht Unifil heeft het Israëlische leger een hek van prikkeldraad op Libanees territorium neergezet. Unifil heeft het leger verzocht de barrière zo snel mogelijk te verwijderen, aldus een woordvoerder woensdag. Volgens Israël is het leger bezig op verschillende plekken aan de Israëlisch-Libanese grens bestaande hekken te repareren, maar volgens Unifil is het hek tussen het Israëlische dorp Metulla en de Libanese stad Kfar Kila nieuw.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer