In Theater Tower riep voorzitster Betty Goede van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) op tot het inschakelen van „specifieke expertise" om het onderzoek naar de moorden en de vervolging van verdachten te bespoedigen.

Tot de genodigden behoorden, naast de nabestaanden van de slachtoffers, ook de minister van Justitie en Politie, de procureur-generaal en de Nederlandse ambassadeur in Suriname. De Surinaamse justitiële autoriteiten hebben enkele maanden geleden Nederland verzocht expertise te verlenen bij forensisch onderzoek.

Goede doelde kennelijk op deze expertise. Het was mede op aandrang van de OGV dat eind 2000 een gerechtelijk vooronderzoek van de grond kwam. Dat verkeert nog in de fase van het horen van verdachten en getuigen.

De documentaire geeft in verklaringen van nabestaanden, van wie een groot deel in Nederland woont, een gezicht aan de slachtoffers en de rol die ze in Suriname speelden voordat ze om het leven werden gebracht. De moorden waren een reactie op hun strijd voor herstel van democratie en de rechtsstaat na bijna twee jaar militaire dictatuur onder leiding van Desi Bouterse. Vijftien mensen werden zonder vorm van proces, na gefolterd en gemarteld te zijn, in Fort Zeelandia geëxecuteerd. Volgens Bouterse waren ze „op de vlucht doodgeschoten."