Binnenland

Met de Duyfken naar de herkomst van de VOC

In half Nederland is het schip al geweest. En in de halve wereld ook. De Duyfken, een replica van een VOC-schip, arriveerde eind april bij Texel, na een lange reis vanuit Australië. Nu kan iedereen die wil kijken hoe het er aan boord aan toegaat, want de Duyfken maakt in de zomermaanden een tournee door Nederland.

25 July 2002 08:22Gewijzigd op 13 November 2020 23:43
HOORN - Michael Barnett hielp in Australië mee aan de bouw van het VOC-schip Duyfken. Nu is hij aan boord tijdens de tournee van de replica door Nederland. In Australië behoort het vaartuig tot het nationaal erfgoed, omdat het het nieuwe werelddeel ontd
HOORN - Michael Barnett hielp in Australië mee aan de bouw van het VOC-schip Duyfken. Nu is hij aan boord tijdens de tournee van de replica door Nederland. In Australië behoort het vaartuig tot het nationaal erfgoed, omdat het het nieuwe werelddeel ontd

In het schemerdonker kruipt Michael Barnett, kortweg Barney, onder de kapiteinshut van de Duyfken door. Achter hem bevindt zich het smalle trapje waarmee hij zojuist is afgedaald, middenvoor een lange houten stuurstang, waarmee het roer bediend wordt. Het enige licht in het achterschip komt binnen via twee luiken, waarachter twee kanonnen gereedstaan om kapers en vijandelijke vaartuigen een lesje te leren.

De Duyfken is een wat wonderlijk schip. Vanaf de kade aan het Baatland in Hoorn lijkt de vorm van de romp met enige fantasie op een banaan. Voorop een spitse neus met een dreigende, rode leeuw. In het midden een laag dek en aan de achterzijde een hoge steven met een fors uitgevallen lantaarn bovenin. De donkere houten scheepswand steekt af tegen de randen. Die zijn versierd met rood-wit-blauwe kleuren, onderbroken door een lange gele streep. In de drie masten hangen zeker tien verschillende vlaggen, waarvan de Australische aan de achterkant met stip de grootste is.

Barney kent de Duyfken op z’n duimpje. Geen wonder: hij werkte in Australië ruim twee jaar mee aan de bouw van het schip. De Australiërs kennen het grote waarde toe, omdat de Duyfken op een van de Nederlandse ontdekkingsreizen ’hun’ land ontdekte. Min of meer toevallig kwam Barney verzeild in de scheepsbouw. Eigenlijk was hij straatmuzikant. In die hoedanigheid componeerde hij ook de ”Ballad of the Duyfken”, dat inmiddels het lijflied is van het schip en zijn bemanning. Hij hoefde dan ook niet lang na te denken toen hem gevraagd werd mee te werken aan de bouw van de replica. Nu leidt hij met verve mensen rond.

Het plan om de Duyfken naar Nederland te halen heeft alles te maken met de festiviteiten rond het 400-jarig bestaan van de VOC dit jaar. Op 5 mei 2001 vertrok de Duyfken uit Sydney voor de reis van meer dan 18.000 zeemijlen. De planning was om de reis net als vier eeuwen geleden in een jaar af te leggen. Met de nodige ontberingen lukte dat. Op 28 april kwam het schip aan op Texel. Daar werd het verwelkomt door onder meer prins Willem-Alexander, die enkele jaren geleden in Australië nog de kiel legde voor de replica.

Ook Barney was op Texel aanwezig. Bij de aankomst speelde hij ’zijn’ ballad, net als bij het vertrek vanuit Freemantle. Inmiddels vaart hij al geruime tijd mee op de tournee door Nederland. Wat hem daarbij opvalt zijn de wisselende reacties van het publiek. „Toen we in Amsterdam aankwamen, werden we verwelkomd door actievoerders die aandacht vroegen voor de zwarte bladzijden uit de Nederlandse koloniale geschiedenis. Ik was totaal overrompeld. Zoiets was wel het laatste wat ik verwacht had. De Duyfken heeft voor mij een heel andere betekenis. Het is een monument voor Australië en een fabelachtig mooi schip.”

Gelukkig voor de bemanning bleek dat er in Nederland ook nog wel mensen rondliepen die het schip wél op z’n waarde wisten te schatten. „Het gewone publiek is zeer enthousiast. We krijgen enorm veel vragen als we aan het werk zijn op het dek. Mensen weten vaak best het een en ander over de VOC, maar hoe het leven op de schepen er in de praktijk aan toeging, is maar bij weinigen bekend.”

Dat de opvarenden van de ’nieuwe’ Duyfken het wat dat betreft minder slecht getroffen hebben dan die van het originele schip blijkt wel uit een rondwandeling onder het dek. In de VOC-tijd sliepen de scheepslieden nog op het dek, uit angst dat anderen er anders met een deel van de lading vandoor gingen. De huidige bemanning heeft ’comfortabele’ hangmatten in de laadruimte. Barney: „Specerijen zoals kaneel, peper en gember waren destijds meer waard dan goud. Als je daar een paar handen vol van wist mee te smokkelen was je voor je hele verdere leven rijk. Daarom mocht de bemanning niet in de laadruimte komen. Dat werd streng gecontroleerd én bestraft. Het afhakken van een hand was nog maar de mildste sanctie. Je kon ook gekielhaald worden of opgehangen aan de mast.”

Nog een verschil is het piepkleine keukentje, compleet met koelkast, vriezer en gasfornuis. In de 17e eeuw kon men er nog niet eens van dromen. Nu is het een van de weinige concessies die gedaan zijn aan de moderne tijd. Op de rekken staat onder meer Roodmerk-koffie, een fles curry van de Aldi en natuurlijk een pot met ongemalen zwarte peper.

Het vrachtruim is de enige plaats aan boord waar bukken niet nodig is. Er komt bovendien veel daglicht binnen door een rooster in het dek. In vroeger tijden was het tot de nok toe gevuld. Anno 2002 staan er kisten met persoonlijke bezittingen van de bemanning. „Zo’n kist is de enige plek aan boord die je niet met anderen hoeft te delen”, grijnst Barney. „Ik ben alleen al daarom blij dat ik geen jaar meegevaren heb.”

Wie als enige wat meer privé heeft, is de kapitein. Hij heeft een eigen hut in het achterste deel van het schip. Zijn voornaamste attribuut is toch wel een soort lessenaar om kaarten op uit te spreiden. Ernaast staan enkele typische VOC-voorwerpen, zoals stenen kruiken met het logo van de compagnie erop. Aan de muur boven het bed hangt een vervaarlijk zwaard. Het mocht eens nodig zijn om de lading te verdedigen… De mobiele telefoon op de lessenaar is eigenlijk het enige voorwerp dat niet in het rijtje thuishoort.

De Duyfken is nog tot 29 juli te bezoeken in Hoorn. Daarna van 30 juli tot 5 augustus in Enkhuizen, van 6 tot 12 augustus in IJmuiden, in Vlissingen van 13 tot 19 augustus en ten slotte in Rotterdam en Delfshaven tot 8 september.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer