Bureaucratie daalt wereldwijd
WASHINGTON - China heeft het afgelopen jaar grote vorderingen gemaakt met het wegwerken van bureaucratische rompslomp voor ondernemers. Voordat het land zich met de wereldtop kan meten, is echter nog een lange weg te gaan. Ook Nederland heeft in dit opzicht nog het nodige te doen.
Dit blijkt uit het rapport Doing Business 2007, dat de Wereldbank en zijn private tak IFC dinsdag in Washington presenteerden. Het rapport behandelt de regelgeving waar ondernemers (in spe) uit 175 landen tegen aan kunnen lopen. Het gaat hierbij om procedures en kosten om een zaakje op te zetten, maar ook om het belastingklimaat.Vooral in ontwikkelingslanden is de regelgeving complex, wat voor bedrijven vaak geen stimulans is om mensen in dienst te nemen. Een beter ondernemersklimaat komt de werkgelegenheid ten goede, aldus het rapport. IFC en de Wereldbank zijn sinds 2003 actief met de Doing Business-rapporten. De publicaties hebben in veel landen de aanzet gegeven tot hervormingen.
China is het afgelopen jaar aantrekkelijker geworden voor beginnende ondernemers. Investeerders worden er bovendien beter beschermd en bij grensoverschrijdende handel komt tegenwoordig minder papierwerk kijken. Door de veranderingen klom China vijftien plaatsen op de ranglijst van landen waar het voor ondernemers het best toeven is. Het land staat nu op de 93e plaats en behoort daarmee tot de middenmoters.
Een stuk beter is het met Hongkong gesteld, dat door zijn geringe omvang een zeer servicegerichte economie heeft. Het gebied, dat onderdeel is van China maar een soort status aparte heeft, neemt op de wereldranglijst de vijfde plaats in. Een jaar geleden stond Hongkong nog zesde.
In de top dertig van het Doing Business-rapport is het afgelopen jaar niet veel veranderd. De lijst heeft wel een nieuwe nummer één: Singapore, dat eind volgende week gastheer is van de jaarvergadering van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. De nummer één van vorig jaar, Nieuw-Zeeland, staat nu tweede, de Verenigde Staten en Canada staan achtereenvolgens derde en vierde. Nederland bleef stabiel op de 22e plaats.
Er kan in ons land nog veel verbeteren. „Als de ambtenarij in Nederland met 15 procent wordt teruggebracht, dan komen daardoor zo veel middelen vrij dat de helft van de gezondheidszorg kan worden betaald”, aldus Wereldbankeconoom Caralee McLiesh woensdagmorgen in Het Financieele Dagblad. Een uitspraak die koren op de molen van de grote politieke partijen moet zijn. Zij pleiten in hun verkiezingsprogramma’s voor een forse terugdringing van de administratieve rompslomp voor ondernemers.
Nederland krijgt in het Wereldbankrapport zowel schouderklopjes als kritiekpunten voorgeschoteld. Het gemak waarmee in ons land handel met het buitenland kan worden gedreven, noemen de opstellers een pluspunt. Minder enthousiast zijn ze onder meer over de belastingwetgeving en over de hoge administratieve lasten. Dergelijke minpunten leiden ertoe dat ons land verschillende opkomende economieën als Litouwen en Thailand boven zich moet dulden.
Ook Afrikaanse staten en een aantal Oost-Europse landen deden het beter. Een handjevol landen, waaronder Eritrea en de Centraal-Afrikaanse Republiek, zakte op de ranglijst.